In het vervolg van deze raadshrief geven wij een kort commentaar op de verschillende onderdelen van het ontwerp-plan alsmede onze reactie op de over ieder onderdeel ingediende bezwaren. 1. Noordtangent. Als gevolg van de ingediende bezwaren en de gestelde vragen tijdens de informatieve raadsvergadering en de hoorzittingen, heeft D.H.V. Raad gevend Ingenieursbureau B.V. zich nogmaals beraden zowel over de wense lijkheid tot het aanleggen van het deel van de noordtangent ten westen van de Mr. P.J. Troelstraweg als over de gevolgen van niet-aanleggen van het deel van deze tangent ten oosten van genoemde weg. Het resultaat van dit beraad is weergegeven in de reeds eerderge noemde Reactienota. Kortheidshalve verwijzen wij daarnaar. Na kennisname van de inhoud van deze aanvullende studie, zijn wij tot de conclusie gekomen, dat de aanleg van de noordtangent op niet al te lange termijn wenselijk zo niet noodzakelijk is. Indien te zijner tijd tot een gefaseerde aanleg mocht worden beslo ten, dan dient het westelijk deel voorrang te verkrijgen. Bezwaren. De bezwaren welke zijn ingediend tegen de aanleg van de noord tangent zijn opgesomd in bijlage II onder categorie A. Wij merken hierover het volgende op: ad a en eBij de eventuele aanleg van de weg zal er van worden uitgegaan, dat er een aanvaardbare ongelijkvloerse verbinding ont staat tussen Lekkum en Snakkerburen, zeker voor voetgangers en fiet sers. De kruising met de Dokkumer Ee biedt hiertoe in ieder geval een mogelijkheid. ad^_b: Het betreffende gebied is nu grotendeels weideland waarin zich een aantrekkelijk weidevogelleven heeft ontwikkeld. Overeenkomstig het vastgestelde bestemmingsplan voor het buitengebied kan het zuidelijke deel aldaar worden ingericht als recreatiegebied. Het noordelijke deel blijft weidegebied. De totale onderhavige lokatie ondergaat derhalve een wijziging waarbij een belangrijk deel van het gebied als specifiek vogelgebied bewaard blijft. ad c, d, g en h: Ingeval de aanleg van de weg in de toekomst zal leiden tot de door reclamanten gesignaleerde situatie(s), dan zal hiervoor een oplossing moeten worden gevonden in het kader van de ruilverkaveling Tietjerksteradeel en/of door middel van aankoop en schadeloosstelling. ad_f: Reclamant geeft niet aan om welke reden hij bezwaar heeft tegen de aanleg van de noordtangent. ad i: De frequentie van het verkeer op de noordtangent, de af stand van de weg tot de panden in Bilgaard, alsmede de toekomstige aanleg van het bosplantsoen tussen deze weg en Bilgaard zullen ertoe leiden dat het door dit verkeer veroorzaakte geluid tot een aanvaard baar niveau wordt teruggebracht 2. Westtangent. Uit de reacties hebben wij de indruk gekregen, dat er enige on duidelijkheid heerst over de tracering van de z.g. westtangent. Dit onderdeel van de wegenstructuur bestaat in feite uit twee af zonderlijke weggedeelten en wel: - de verbinding tussen rijksweg 9 en de westelijke rondweg onmiddellijk ten zuiden van de Frieslandhal - de ontsluiting van het industrieterrein vanaf de zuidtangent ter hoog te van de spoorbrug over het Van Harinxmakanaal Hieruit blijkt dat in feite niet meer van een tangent kan worden ge sproken. Wij zijn dan ook van mening dat de benaming westtangent voort aan achterwege dient te worden gelaten. Zuidtangent. Er is vanuit de Raad en de burgerij bezwaar gemaakt tegen het niet opnemen in de wegenstructuur van het deel van de zuidtangent tussen rijksweg 32 en de Drachtsterweg. Op basis van de tot nu toe geplande uitbreiding van Leeuwarden blijkt echter dat de verkeersstromen op de Aldlansdyk, bij het weglaten van dit deel van de zuidtangent, binnen aanvaardbare proporties blijven. Het mogelijke sluipverkeer door Goutum blijkt van geringe omvang te zijn, zodat opname in de wegenstructuur om deze reden niet noodzakelijk wordt geacht. Een toekomstige zuidelijke stadsuitbreiding ten oosten van de Drachtsterweg met een capaciteit voor ruim 10.000 inwoners zal vermoede lijk wel noodzaken tot de aanleg van het besproken weggedeelte. Toor uitvoeriger commentaar verwijzen wij naar de inhoud van de Reactie nota. Overeenkomstig het in die nota gestelde, stellen wij U voor de mogelijkheid tot doortrekking van de zuidtangent in het verkeersstructuur- plan open te houden. Bezwaren. Het ingediende bezwaar is in bijlage II opgenomen onder B. Het bezwaar heeft betrekking op de overlast van eventueel sluip verkeer door Goutum als" gevolg van het niet-doortrekken van de zuid tangent Zoals vermeld, zal dit deel van de zuidtangent als mogelijkheid in het verkeersstructuurplan worden open gehouden. 4. Verbindingsweg Camminghaburen-Stadscentrum. Wij hebben U over deze materie een afzonderlijke studie doen toekomen. Hieruit blijkt het volgende: a. Situatie tot 1985» Het wegtracé Oosttangent-Julianastraat-Willem Lodewijkstraat-Verleng- d.e Willem Lodewijkstraat-Zuiderplein bezit voor wat betreft het deel ring weg tot 1985 voldoende capaciteit om het verkeer vanuit het zuiden van Camminghaburen te verwerken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 435