Zodra deze verkeersstructuur is herzien zal - in het kader van het ontwerf- structuurplan Schil-Oost - opnieuw gelegenheid worden gegeven bezwaren in te dienen. ad E 2- In het verkeersstructuurplan wordt geen uitspraak gedaan over het doortrekken van de Jansoniusstraat over de Potmarge. Dit punt wordt bestudeerd in het kader van de ontwikkeling van de verkeersstructuur voor het deel van Schil-Oost ten zuiden van de spoorlijn. Hieraan wordt momenteel gewerkt. Zodra de studie over de verkeersstructuur van het gehele gebied Schil-Oost gereed is, zal hierover, in het kader van het ontwerp—structuurplan Schil- Oost, een hoorzitting worden gehouden waarna opnieuw gelegenheid zal wor den gegeven om bezwaren in te dienen. ad_E_Jh Dit bezwaar is ook ingediend tegen het bestemmingsplan "Cam- buur". De Raad heeft toen besloten het bezwaar af te wijzen. Voor de motivering verwijzen wij naar de betreffende passage uit de bij dat besluit behorende raadsbrief. 7. Langzaam verkeer. Van enkele zijden is de indruk gewekt als zou het langzame verkeer in het plan onvoldoende aandacht hebben ontvangen. Wij menen dit met nadruk te moeten ontkennen. Wij wijzen in dit verband allereerst nogmaals op een der belangrijkste uit gangspunten van het plan dat, door wering van het toenemende autoverkeer, ruimts wordt geschapen voor het langzame verkeer. Voorts wijzen wij er op, dat een groot aantal voetgangersgebieden in het plan zijn opgenomen en dat aantrekkelijke en veilige aanlooproutes zijn opgenomen vanaf het station en vanaf de verschillende autobushaltes. Tenslotte wijzen wij erop, dat aandacht is besteed aan diverse z.g. fysie ke barrières (fietsers- voetgangersbruggen, spoorwegovergang bij het station). In dit verband delen wij U nog mede, dat te zijner tijd nader onder ogen zal moeten worden gezien of het mogelijk is een voetgangers- fietsbrug te rea liseren over de Westerstadsgracht ter hoogte van het Ruiterskwartier. Op het meermalen genoemde fietspadenplan wordt in de Reactienota alsnog nader ingegaan. Wij volstaan met het volgende op te merken. Een volledig uitgewerkt fietspadenplan vormt geen onderdeel van een verkeers- structuurplan. Een dergelijk plan kan nader worden uitgewerkt. In het kader van het verkeersstructuurplan is aangegeven waar en op welke wijze knelpunten m.b.t. fietsroutes kunnen worden opgeheven. Met de beschikba re middelen kan op deze wijze voor deze categorie van het langzame verkeer in zijn totaliteit meer worden gedaan dan indien met diezelfde middelen een spe ciale fietsroute wordt aangelegd. Er dienen ook in dit verband prioriteiten te worden gesteld. Bezwaren. Er is een bezwaar ingediend. Dit is in bijlage II aangegeven onder categorie E. Dit bezwaar is algemeen gesteld en zeer vaag omschreven. Er kan der halve niet nader op worden ingegaan. 8. Openbaar vervoer. Sommigen hebben afwijzend gereageerd op het voornemen om de route van de stadsautobusdienst te verleggen naar de Voorstreek-Tweebaksmarkt en de interlokale busroute langs de Groeneweg te voeren. Wij zijn niettemin van mening, dat beide routekeuzes dienen te worden ge handhaafd om de volgende redenen: - met de route langs Voorstreek-Tweebaksmarkt wordt de bereikbaarheid van de binnenstad ten opzichte van de voorgestelde situatie in het structuurplan voor de binnenstad al enigszins verslechterd; - verlegging van de route naar Hoeksterend-Oosterkade zou deze situatie nog ongunstiger maken; - met de route langs de Groeneweg wordt een betere bediening door het openbaar vervoer van het aldaar in opkomst zijnde woongebied verkregen, dit kan lei den tot versterking van de woonfunctie; - de afstand tot het centrum vanaf de nieuwe haltes aldaar is niet groter dan bij de route Voorstreek-Tuinen. In dit verband merken wij nog op dat bij brief nr. 9101 d.d. 3 juni 1977 door een aantal winkeliersverenigingen bezwaar is ingediend tegen een busroute over de Voorstreek, Eewal, St. Jacobsstraat Met het kiezen voor de route Voorstreek-Tweebaksmarkt wordt voor een groot deel aan deze bezwaren tegemoetgekomen. Wij stellen U voor adressanten in deze zin te antwoorden. Bezwaren. Op grond van het vorenstaande zijn wij van mening, dat de ingediende bezwaren (aangegeven onder G 1 en 2 van bijlage IIniet van zodanige aard zijn, dat van genoemde routes moet worden afgezien en derhalve ongegrond dienen te worden verklaard. 9. Ontsluiting c.q. functioneren van de binnenstad. De vragen, opmerkingen, bezwaren e.d. die in dit verband zijn gesteld heb ben in hoofdzaak betrekking op de ontsluiting van de binnenstad dn afwijking van het z.g. lus sen systeem, heb afsluiten c. q. bemoeilijken van toegangen naar de stad of het af sluiten c.q. in gebruik nemen van straten in afwijking van het huidige gebruik. Met betrekking tot het eerste punt merken wij het volgende op. Aan het lussensysteem ligt het uitgangspunt ten grondslag om het autover keer in de binnenstad te beperken en het doorgaande verkeer te weren maar niet temin het functioneren van de binnenstad (waaronder het winkelcentrum) te hand haven. Het nu gekozen systeem bedoelt hetzelfde te bereiken. De uitwerking gaat binnen de termijn van het uitwerkingsplan echter minder ver dan het lussensysteem zoals dat in het structuurplan voor de binnenstad is op genomen. Men kan het nu gekozen systeem zien als een mogelijke fasering naar een eventuele toekomstige verdere afsluiting van de binnenstad. In het uitwer kingsplan zijn deze mogelijkheden in principe reeds aangegeven. Wij menen dat met de voorgestelde wijze van ontsluiting het beoogde doel op aanvaardbare wijze kan worden bereikt. Het tweede punt heeft onder meer betrekking op de afsluiting voor auto verkeer van de Vlietsterbrug en de toegang naar de Nieuwestad via het Schaver- nek. De afsluiting van de Vlietsterbrug heeft eensdeels tot doel het doorgaande verkeer door Schil-Oost via het Vliet te weren. Voorts wordt hiermee bereikt, dat het langzame verkeer een storingsvrije toegang verkrijgt naar de binnenstad. Wij delen niet de mening van hen die menen, dat hiermee de bereikbaarheid van het autoverkeer van de Voorstreek-Tuinen onaanvaardbaar wordt verminderd. Dit verkeer heeft via Hoeksterend en via de Oosterbrug acceptabele toegangs— mogelijkheden naar de daartoe aangewezen parkeerterreinen. Overigens blijft kortparkeren langs of in de nabijheid van genoemde straten voorshands mogelijk. In dit verband wijzen wij er nog op dat langs het westelijk deel van het Vliet een soort parkeererf zal ontstaan. Voor de toelichting op dit laatste aspect verwijzen wij naar de inhoud van de Reactienota.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 438