- 12 -
b. Vormgeving Wilheiminaplein.
Op 3 april 1978 hebt (J besloten de in- en uitgang van de parkeerkelder
onder het wilheiminaplein te projecteren aan de noordoostzijde van dat plein.
Deze beslissing hield tevens in dat met betrekking tot de vormgeving
van en de verkeersafwikkeling rondom dit plein een oplossing moet worden gevonden
op basis van het model fig. 4.4b opgenomen in het uitwerkingsplan en het variant
model van de Dienst Stadsontwikkeling d.d. 13 maart 1978.
In het najaar zullen U hierover voorstellen worden gedaan.
c. Bezwaren.
De ingediende bezwaren zijn in bijlage II aangegeven onder I 1 t/m 4.
Wij merken hierover het volgende op:
acLI 1Wij zijn van oordeel dat met het parkeerterrein op het Hoekstereind
voorshands op aanvaardbare wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte in dit
deel van de binnenstad.
Overigens zal, in het kader van de hiervoor genoemde verordening, een zodanig
pai keerregiem worden geschapen dat voor het probleem van kort—parkeren ook in
deze omgeving enige verlichting mag worden verwacht.
l'o°r ^-e oplossing van het parkeerprobleem op langere termijn verwijzen wij naar
hetgeen hiervoor is opgemerkt.
adIVoor ons commentaar hierop verwijzen wij eveneens naar hetgeen
hiervoor is opgemerkt.
2.4.* situering van de reeds aanwezige en nog te realiseren gro
tere parkeerterreinen geven aan dat in het algemeen wordt gestreefd naar het
vestigen van de grote parkeerplaatsen nabij de invalspoorten van de binnenstad.
.De parkeerkelder onder het Wilheiminaplein dient in eerste instantie ter ver
vanging van de nu aanwezige parkeerlokatie op de begane grond.
Wij merken hierbij op dat het besluit hiertoe eerst na uitvoerige discussies
is genomen.
Gezien de beperkte uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen aldaar, in aan
merking nemende de in voorbereiding zijnde verkeersregulering ter plaatse en
de toekomstige uitbreiding van het voetgangersgebied in deze omgeving met de
daarbij behorende aanlooproute(s)zijn wij van mening dat deze bezwaren onge
grond dienen te worden verklaard.
13. Diverse bezwaren en reacties.
a. Bezwaren.
Deze zijn op bijlage II onder J aangegeven.
Hierover kan het volgende worden opgemerkt:
_acL_J_l. Wij zijn van mening dat het z.g. waterverkeer van zodanig andere
aard is dat dit in het voorliggende plan niet dient te worden geregeld.
ad J 2 a. Er is een structuurplan voor de gehele gemeente vastgesteld; dit
omvat ook het gebied Schil—Oost. Overigens merken wij op dat het ontwerp—struc
tuurplan voor Schil-Oost in voorbereiding is.
De verkeersstructuur voor laatstgenoemd gebied is ontworpen met inachtname van
de gegevens uit dit in voorbereiding zijnde plan.
ad J 2 b. Reclamant geeft niet nader aan op welke punten de toetsing aan de
Oriënterings- en Verstedelijkingsnota niet heeft plaatsgevonden, daarom kan op
dit bezwaar niet worden ingegaan.
ad J 2 c. Op 7 en 8 maart 1978 zijn hoorzittingen gehouden.
De verslagen hiervan zijn aan de deelnemers toegezonden en liggen tevens ter
inzage.
ad J 2 d. Bijlage C van het rapport Verkeersstructuur- en Uitwerkingsplan
bevat een overzicht van de beleidsuitspraken en stukken welke bij de samenstel
ling van het plan een rol hebben gespeeld.
- 13 -
ad J 2 e. Hoewel deze informatie in het plan niet expliciet wordt aange
geven, hebben de door reclamant opgesomde aspecten een rol gespeeld bij de
opstelling van het plan.
b. Diverse reacties.
Zowel op de hoorzittingen als in de bezwaarschriften is naast de bezwaren
een aantal wensen, reacties e.d. ingediend. Deze zijn verzameld in bijlage
III van de raadsbrief. Voor het commentaar hierop verwijzen wij daarnaar.
14. Financiële aspecten en fasering.
Over deze beide aspecten is een aantal vragen gesteld c.q. opmerkingen ge-
maak t
In deel A van het plan is hierover op de bladzijden 77 "t/m 80 een be
schouwing gegeven. Wij onderschrijven hetgeen daar is uiteengezet.
Wij volstaan voorts met het volgende op te merken.
Het bedrag van 150 miljoen moet meer worden gezien als een indicatie
dan als een raming. Het is niet mogelijk in dit stadium een betrouwbare raming
te geven van de totale kosten voor de uitvoering van het plan.
De tijdige uitvoering van het plan (genoemd is een termijn van 10 a 12
jaren) hangt overigens, naast het tijdig beschikbaar komen van voldoende finan
ciële middelen, onder meer mede af van aspecten van technische-, organisato
rische- en procedurele aard.
Wij zijn voornemens, in het kader van de meerjarenraming, voor de uitvoe
ring van het plan jaarlijks een nog vast te stellen bedrag te reserveren ter
dekking van het na subsidiëring voor rekening van de gemeente blijvende deel
der kosten. Hierbij zal een afweging van prioriteiten met andere sectoren die
nen plaats te vinden.
15. Voorstel en verdere procedure.
Onder de mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening is ge
hoord, geven wij U in overweging het Verkeersstructuur— en Uitwerkingsplan vast
te stellen overeenkomstig het hierbijgaande ontwerp-besluit
Nadat het plan is vastgesteld, dient het volgende plaats te vinden:
1. de directie van de dienst Stadsontwikkeling dient met voorstellen te komen
welke tot doel hebben het uitwerkingsplan voor de binnenstad op korte ter
mijn, al dan niet gefaseerd, in te voeren;
deze voorstellen dienen aan de Raad ter vaststelling te worden voorgelegd,
2. de directie van de Dienst Stadsontwikkeling dient met voorstellen te komen,
welke ten doel hebben te komen tot een gefaseerde uitvoering van de werken
welke in het verkeersstructuurplan zijn voorzien;
3. het raadsbesluit tot vaststelling van het verkeersstructuur- en uitwerkings
plan dient ter kennis te worden gebracht van de Ministers van Verkeer en
Waterstaat, van Economische Zaken en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening met het verzoek het plan te aanvaarden als basis voor reeds inge
diende en alsnog in te dienen subsidieaanvragen ten behoeve van in het plan
voorziene werken en maatregelen.
Met inachtneming van het vorenstaande stellen wij U voor te besluiten con
form het hierna afgedrukte ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsiua Burgemeester.
W.J.G. Reumer Secretaris.
*- - i%—-I' -