I Hi
Verzoek van de huurdersvereniging "Aldldn" tot herziening van de situatie
voor de houw van noodscholen in Aldldn-Oost
Bijlage no. 31. Leeuwarden, 19 januari 1978.
Aan de Gemeenteraad.
Namens de bewoners van de woningen Keizerskroon 60 tot en met 72
heeft de huurdersvereniging "Aldl&n" TJ bij brief van 23 december 1977
verzocht opdracht te verlenen tot verplaatsing van twee noodlokalen,
welke zijn gebouwd ten westen van het scholencomplex aan de Keizerskroon.
Tevens wordt verzocht geen medewerking te verlenen aan de bouw van nog
eens vijf noodlokalen onmiddellijk voor de genoemde woningen.
Naar aanleiding hiervan delen wij U het volgende mede.
Op 16 mei 1977 hebt U besloten de aan de Keizerskroon Aldldn-Oost
gelegen openbare lagere school en openbare kleuterschool uit te breiden
met respectievelijk een leslokaal en een werklokaal op een nader door ons
college aan te wijzen terrein in de omgeving van het scholencomplex.
Na overleg met de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening heeft ons
college een terrein aangewezen gelegen onmiddellijk ten westen van het
bestaande scholencomplex, zoals dit op de voor TJ bij de stukken ter
inzage gelegde tekening is aangegeven. Op dit terrein kunnen 7 noodlokalen
worden gebouwd. Bit terrein maakt deel uit van die gronden, welke bij het
geldende globale bestemmingsplan "Aldldn-Oost" zijn bestemd voor scholen
bouw.
Ter uitvoering van genoemd raadsbesluit hebben wij met toepassing
van artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening een bouwvergunning
met een instandhoudingstermijn van 5 jaar verleend voor de 2 noodlokalen.
Het betreft hier de lokalen nummers 3 en 7 op de voor U ter inzage ge
legde situatietekening, üit deze tekening blijkt, dat - ter wille van
een enigszins afwisselend beeld - is gekozen voor verspringende eenheden.
Tussen de lokalen is steeds een open ruimte van ongeveer 7.40 m aanwezig.
Be kleinste afstand tussen lokalen en woningen bedraagt 17 m. Be open
ruimte tussen lokalen en woningen zal worden voorzien van een passende en
afwisselende beplanting. Boor een en ander wordt voorkomen, dat voor de
betreffende woningen een gesloten gevelwand komt. Wij menen dat een aan
vaardbare situatie zal ontstaan. Een wijziging in de gekozen opzet achten
wij dan ook niet nodig.
Onder mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening is
gehoord stellen wij U voor het verzoek op grond van het bovenstaande af
te wijzen en verzoekster, alsmede de betrokken bewoners, daarvan in kennis
te stellen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer Secretaris.
