No. 914.
O
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 19 januari
1978 (bijlage no. 54);
BESLUIT
aan de Leeuwarder Korfbalclub "Friso", gevestigd te Leeuwarden, voor
het tijdvak, eindigende op december 2050, het recht van opstal te
verlenen op de grond, gelegen onder de door de club gebouwde cantine,
ter grootte van plm. 50 m2 en gelegen op het sportveldencomplex
"Nijldn", op de bij dit besluit behorende tekening roodomlijnd aange
geven plaats, zulks onder de volgende bedingen:
1. voor het opstalrecht is generlei vergoeding, hoe ook genaamd, aan
de gemeente Leeuwarden verschuldigd;
2. de begrenzing van het perceelsgedeelte, waarvoor het recht geldt,
zal ter plaatse worden aangegeven door de landmeetkundig ambtenaar
van de dienst Stadsontwikkeling van de gemeente Leeuwarden;
5. hlle op de verlening van het. opstalrecht vallende kosten, daaronder
begrepen die van de levering van een afschrift van de akte van op
stal ten behoeve van het gemeente-archief en die van de verrich
tingen van de landmeetkundig ambtenaar, bedoeld onder 2, komen voor
rekening van de opstalhoudster;
4. de opstalhoudster aanvaardt de grond in de staat en toestand, waarin
deze zich ten tijde van het passeren van de akte van opstal bevindt,
met alle lusten, lasten, plichten, erfdienstbaarheden, enz., daartoe
van ouds en met recht behorende; zonder dat de gemeente Leeuwarden,
behoudens terzake van uitwinning en hypotheek, jegens de opstalhoud
ster tot enige vrijwaring is gehouden;
5. het onderhoud van de grond en alle van de grond met opstallen ge
heven wordende en nog te heffen lasten en belastingen komen vanaf
de datum van het verlijden van de akte van opstal voor rekening van
de opstalhoudster;
6. zonder voorafgaande toestemming van Burgemeester en Wethouders van
Leeuwarden is het verboden over te gaan tot overdracht van het op
stalrecht
7. bij het einde van het opstalrecht op 51 december 2050 - dan wel op
een later tijdstip bij een eventuele verlenging van dit recht -
vergoedt de gemeente Leeuwarden de waarde van de door de opstalhoud
ster gestichte cantine; de te vergoeden waarde wordt door Burge
meester en Wethouders van Leeuwarden en de opstalhoudster in onder
ling overleg vastgesteld naar de staat, waarin de opstal zich be
vindt bij het einde van het opstalrecht;
indien hierover binnen een maand na dat einde géén overeenstemming
wordt verkregen, geschiedt de waardevaststelling door drie deskun
digen, waarvan binnen twee maanden na dat einde één wordt benoemd
door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden en één door de op
stalhoudster, waarna de derde door twee aldus benoemde deskundigen
wordt aangewezen binnen drie maanden na dat einde;
komen de benoemde deskundigen niet overeen omtrent het bedrag van
de te vergoeden waarde, dan zal daarvoor worden gehouden het bedrag
van de door de deskundigen afzonderlijk bepaalde vergoeding, dat
noch het hoogste noch het laagste is;
aan de waardevaststelling door de deskundigen zijn beide partijen
gebonden;