Het aanbrengen van voorzieningen in het museum Princessehof
Bijlage no. 39» Leeuwarden, 19 januari 1978.
Aan de Gemeenteraad.
Op 25 april 1977 stelde U t.b.v. het museum Princessehof een krediet
beschikbaar van 40.000,voor de heropstelling van de gemeentelijke
moderne verzameling en de collectie moderne ceramiek, terwijl U tevens
een krediet van 11.000,beschikbaar stelde voor het maken van vitri
nes. Deze werkzaamheden zijn tot op heden niet voltooid.
Intussen is het noodzakelijk gebleken, op grond van een toezegging
in 1957 gedaan aan de heer J.W.N» van Achterbergh, de door hem in per
manente bruikleen gegeven buitenlandse tegelcollecties op een weten
schappelijk verantwoorde wijze en daardoor in het belang van een goede
en kennisverrijkende publieksbenad.er.ing, op te stellen. Sinds de- herin
richting van het museum is deze collectie nog steeds op voorlopige wijze
opgesteld. De wetenschappelijke opstelling zal tot gevolg hebben, dat
naast de permanente expositie, een studiecollectie voor het publiek zal
overblijven, waarvoor in de huidige opzet geen opbergruimte gevonden kan
worden. Het .is mogelijk deze stud.ie-depötcollectie onder te brengen in
op rollen uittrekbaré bakken onder de vitrines in de Nederlandse tegel
afdeling.
Een zelfde voorziening dient gemaakt te worden voor de studie-collec
tie moderne ceramiek op de bovenste zolder van het tegelmuseum. Bovendien
moet de verlichting van deze ruimte worden aangepast.
Voorts dienen in de buitenlandse tegelsalen door het publiek te ge
bruiken, beschermde ladenkasten te worden gemaakt, waardoor de toeganke
lijkheid tot deze collecties aanmerkelijk vergroot kan worden. Deze voor
zieningen zullen tevens voor een deel tegemoet komen aan het gebrek aan
depótruimte in het museum.
De vloerbedekking op de eerste etage van het tegelmuseum moet wegens
slijtage worden vervangen, terwijl in de afdeling gemeentelijke moderne
verzameling op de huidige betonvloer alsnog vloerbedekking moet worden
aangebracht
Ten aanzien van deze punten hebben wij advies ingewonnen van een
deskundige, de heer B. Mulder te Wieuwerd, die hiervoor een plan heeft
gemaakt. De commissie voor het Princessehof kon zich in haar vergadering
van 3 oktober 1977 hiermee verenigen. De totale kosten van dit plan
bedragen 159.680,Voor een nadere specificatie terzake verwijzen
wij II naar de ter inzage gelegde stukken. Wij stellen IJ voor ten behoeve
van deze voorzieningen, naast de reeds verleende kredieten van 40.000,
en 11.000,een aanvullend krediet beschikbaar te stellen van
108.680,
In het voorstel aan de Raad tot de eerste bijstelling van het be
leidsplan 1978-1982 (bijlage no. 30is rekening gehouden met de uit de
uitgaaf voortvloeiende kapitaallasten van 2O.65O,(19 i° van
108.680,
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
•J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer
Secretaris.