- 3 - Wij hebben het rapport voor ter inzage gelegd. De samenvatting en conclusies uit het rapport voegen wij hierbij (bijlage i). Het ligt in de bedoeling, dat de Beleidsadviesgroep nog een eindrapport zal uitbren gen. De Beleidsadviesgroep heeft berekeningen gemaakt voor de aanleg van stadsverwarming in een wijk van 3-500 en een wijk van 7.000 woningen. Daarbij komen velerlei aspecten aan de orde. Het interim-rapport behan delt ondermeer: de produktietechnieken, het transport en de distributie, de economische haalbaarheid, het comfort voor de gebruikers, de milieu hygiëne e.d. De Beleidsadviesgroep neemt als uitgangspuntdat het comfort voor de toekomstige bewoners van een bestemmingsplan waar stadsverwarming wordt toegepast tenminste even groot moet zijn als bij individuele centra le verwarming en dat de totale kosten voor hen niet hoger mogen komen te liggen (inclusief een eventueel verschil tussen elektrisch koken en koken op gas). De investeringen, die voor een stadsverwarmingsbedrijf moeten worden gedaan liggen belangrijk hoger dan voor centrale verwarming met aardgas voor eenzelfde aantal woningen. Niettemin concludeert de Beleidsadvies groep, dat de gemaakte berekeningen uitwijzen, dat voor de toekomst een sluitende exploitatie van een stadsverwarmingsbedrijf mag worden verwacht Hierbij moet worden aangetekend, dat de Beleidsadviesgroep haar bereke ningen baseert op de ingebouwde verwachting van een voortgaande inflatie (die geen invloed heeft op de vastgelegde kapitaalslasten) en op een gas- prijs die in de komende jaren zal zijn gebracht op de zogenaamde H.B.O.- I-pariteit (olieprijs); in het interim-rapport wordt daarom een gasprijs van 28 cent per m3 aangehouden. Deze gasprijs vormt mede de basis voor de afrekening met de verbruiker. De Beleidsadviesgroep gaat er tevens van uit, dat de aanloopperiode verliesgevend zal zijn, enerzijds doordat de gasprijs mogelijk het ver onderstelde hogere niveau nog niet heeft bereikt en anderzijds door de onderbezetting in de eerste jaren. Het beschikbaar stellen van subsidies van rijkswege wordt dan ook in vele gevallen noodzakelijk geacht. Overigens zijn dit naar onze mening niet de enige risico's die de exploi tant van een stadsverwarmingsbedrijf loopt. Wij komen hierop nog terug. Voor het overige mogen wij U verwijzen naar vorenvermeld interim rapport en de bijgevoegde samenvatting en conclusies daaruit. Stadsverwarming in Leeuwarden. Met het oog op de noodzakelijke energiebesparing is het gewenst na te gaan of stadsverwarming ook in onze gemeente kan worden toegepast. Wij hebben daarom ingestemd met het voorstel van het Provinciaal Electri- citeitsbedrijf en de N.V. Frigas om de N.V. tot Keuring van Eleltrotech- nische Materialen (K.E.M.A.) hierover rapport te doen uitbrengen. Het rapport is inmiddels uitgebracht. Bij de uitwerking en voltooiing van het rapport heeft de K.E.M.A. nauw contact onderhouden met de directies van de beide nutsbedrijven. Bij de laatste besprekingen was ook de Neder landse Energie Ontwikkeling Maatschappij (N.E.O.M.) vertegenwoordigd. De N.E.O.M. heeft ondermeer tot taak de Minister van Economische Zaken te adviseren over de plannen tot stadsverwarming en de daarin te verlenen subsidie s. Het onderzoek van de K.E.M.A. heeft zich gericht op het bestemmings plan Camminghaburen; dit is thans het enige plan waarvan de contouren be kend zijn en de realisering nog moet aanvangen. Een bezwaar is, dat de re alisering van de eerste woningbouwfase zo snel mogelijk ter hand moet worden genomen (zie de op 27 oktober 1977 toegezonden Nota Woningbouw beleid 1977, bijlage nr. 420) en dat een vertraging in de woningbouw ten gevolge van het tot stand brengen van stadsverwarming onaanvaardbaar is. Stadsverwarming in Camminghaburen heeft alleen zin indien het gehele plan hierin wordt betrokken. Voor nieuwe stadsuitbreidingen zal, zoals in genoemde nota is vermeld, nog in de huidige raadsperiode de lokatie moeten worden aangewezen, ten einde de woningproductie na 1981 veilig te stellen naast en na Cammingha buren. Voor zover stadsverwarming niet meer in Camminghaburen kan worden toegepast zou voor de nieuwe stadsuitbreidingen rapport moeten worden uit gebracht Van de N.V. Frigas is een nota ontvangen waarin wordt ingegaan op de consequenties en de te stellen voorwaarden voor stadsverwarming in Cammin ghaburen. Een exemplaar van deze nota wordt U hierbij toegezonden (bijlage li). Rapport van de K.E.M.A. De K.E.M.A. heeft zich bij het uitwerken van de technische en finan ciële gegevens met betrekking tot Camminghaburen gebaseerd op de richtlij nen en conclusies van het interim-rapport van de Beleidsadviesgroep. De K.E.M.A. was bij het opstellen van genoemd rapport betrokken. Ook het K.E.M.A.-rapport neemt derhalve als uitgangspunt, dat aan de afnemers niet meer in rekening mag worden gebracht dan het bedrag dat zij anders zouden hebben moeten betalen voor verwarming door middel van een eigen met aard gas gestookte centrale verwarming etc. De geraamde opbrengst wegens warmte- levering is hierop gebaseerd. Het rapport betreft een verkenning van de mogelijkheden van stadsver warming. In een vervolgstudie zouden de technische en economische aspecten van het project nader moeten worden uitgediept. Het rapport van de K.E.M.A. ligt ter inzage. De conclusies en aanbe velingen uit het rapport voegen wij hierbij (bijlage lil). Wij brengen in dit verband het volgende onder Uw aandacht. a. produktie. Voor de opwekking van elektriciteit gaat het rapport voorshands uit van dieselgasmotoren. Deze zouden geplaatst dienen te worden in de gebouwen van de P.E.B.-centrale aan de Kanaalweg. Deze plaats is gunstig met het oog op de aflevering van de geproduceerde elektriciteit aan het transport net, terwijl bij een eventuele overgang op een andere brandstof de aanvoer daarvan mogelijk is. Wij zijn overigens van mening, dat het stoken van kolen hier alleen verantwoord is indien afdoende maatregelen kunnen worden getroffen ter bescherming van het milieu, zulks met het oog op de nabij gelegen woonwijken. In Camminghaburen zullen enkele hulpketels worden opgesteld, die die nen voor het opvangen van pieken e.d. b. distributie. Naast de ongeveer 4.500 woningen die in Camminghaburen zullen worden gebouwd kunnen tevens rond 1500 bestaande woningen in het oosten van de stad, waar thans blokverwarming wordt toegepast, op het stadsverwarmings- net worden aangesloten. Een deel van deze woningen, gelegen in 't Heech- terp, is eigendom van de gemeente; de overigen behoren toe aan woningbouw corporaties.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 91