- 6 -
Deze risico's kunnen zich ook op een later tijdstip nog voordoen.
De huidige en toekomstige verbruikers mogen geen nadeel ondervinden.
De Federatie van Leeuwarder Woningbouwcorporaties is van mening, dat
het wervend karakter van Camminghaburen door toepassing van stadsver
warming niet wordt bevorderd.
Resumerend menen wij, dat uit een oogpunt van energiebesparing
de medewerking aan plannen voor stadsverwarming niet kan worden onthouden.
In het onderhavige geval dienen echter stringente voorwaarden te worden
gesteld, enerzijds omdat vertraging van de woningbouw in Camminghaburen
ontoelaatbaar is en anderzijds omdat in de korte spanne tijds die
beschikbaar is de risico's onvoldoende kunnen worden overzien.
Wij stellen U derhalve voor in principe akkoord te gaan met de
aanleg van stadsverwarming in Camminghaburen en bij de gemeentewoningen
in 't Heechterp, die op de bij de rapporten behorende tekening "FIG. 1"
zijn aangegeven, zulks onder de volgende voorwaarden, waaraan vóór 1 april
1978 voldaan zal moeten zijn:
1. De besturen van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf in Friesland
en van de N.V. Frigas dienen zich bereid te verklaren een stadsver—
warmingsbedrijf te exploiteren, onder nader te stellen voorwaarden
en met vastlegging van de wederzijdse rechten en verplichtingen.
2. Van de Minister van Economische Zaken dient een beslissing te zijn
ontvangen, inhoudende:
a. dat van rijkswege een subsidie zal worden verleend tot tenminste
5.000.000,
b. een garantie van rijkswege, dat tegenvallers bij het tot stand
komen van de stadsverwarming en tijdens de exploitatie daarvan,
voor rekening van het rijk komen, tot tenminste het tijdstip waarop
een sluitende exploitatie kan worden verkregen; als zodanig kunnen
worden genoemd:
1het vertraagd tot stand komen van de geraamde hogere gasprijs
voor kleinverbruikers;
2. andere brandstofinkoopprijzen dan waarmee in het rapport van
de K.E.M.A. rekening is gehouden;
5. een gewijzigd inflatie-tempo;
4« grotere aanloopverliezen dan geraamd, ongeacht de oorzaak;
5. slechtere financiële resultaten tengevolge van een verdergaande
isolatie van de woningen dan is aangenomen.
3. Er dient overeenstemming te zijn bereikt omtrent:
a. het gebruik van aardgas voor de warmte—kracht—centrale en voor
de hulpketelcentrales
b. toepassing van het grootverbruikerstarief voor aardgas voor de
hulpketelcentrales
c. de afname van de geproduceerde electriciteit tegen de zogenaamde
S.E.P.-vergoeding.
4- Er dienen voldoende waarborgen te zijn, dat de levering van de benodigde
materialen en de uitvoering van de werken geen vertraging in de
woningbouw tot gevolg hebben.
5. De exploitatie-resultaten van de N.V. Frigas mogen niet nadelig worden
beïnvloed door de exploitatie van het stadsverwarmingsbedrijf
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer
Secretaris.
Vaststellen aantal wekelijkse lesuren vakonderwijs openbare scholen
en toekennen vporschotten bijzondere scholen voor buitengewoon onderwijs,
beide voor 1978.
Bijlage no. 46. Leeuwarden, 9 februari 1978.
Aan de gemeenteraad.
Ingevolge artikel 193, eerste lid, van het Besluit buitengewoon
onderwijs 1967 bepaalt de Raad van de gemeente, die ten behoeve van een
of meer openbare scholen en afdelingen, onderscheiden naar de soorten,
bedoeld in genoemd Besluit, vakonderwijzers heeft aangesteld, vóór
1 maart van elk jaar voor elke daarvoor in aanmerking komende soort van
scholen en afdelingen het aantal wekelijkse lesuren, gedurende hetwelk
vakonderwijs zal worden gegeven. Dit aantal wordt berekend door deling
van het totaal aantal per week te geven uren vakonderwijs, door het aantal
verplichte leerkrachten aan die scholen en afdelingen.
Bij het openbaar onderwijs wordt vakonderwijs gegeven aan de
A. Arendstuinschool voor moeilijk lerende (debiele) kinderen:
kernafdeling 144 klokuren per week gedeeld door 6 verplichte leer
krachten is 2 3/8 wekelijks lesuur per leerkracht;
afdeling voor zeer moeilijk lerende (imbeciele) kinderen,
54 klokuren per week gedeeld door 3 verplichte leerkrachten is 1 5/6
wekelijks lesuur per leerkracht;
B. School voor voortgezet buitengewoon onderwijs aan moeilijk lerende
(debiele) kinderen 394 klokuren per week, gedeeld door 4 verplichte
leerkrachten is 9 15/16 wekelijks lesuur per leerkracht;
C. Professor Grewelschool voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijk
heden:
kernafdeling 26 klokuren per week, gedeeld door 7 verplichte
leerkrachten is 3 5/7 wekelijks lesuur per leerkracht;
afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs 24 klokuren per week,
gedeeld door 6 verplichte leerkrachten is 4 wekelijkse lesuren per
leerkracht.
De besturen van de gelijksoortige scholen en afdelingen kunnen voor
1978 voor de beloning van hun vakleerkrachten aanspraak maken op een
vergoeding uit de gemeentekas, welke wordt bepaald met inachtneming van
bovenbedoelde aantallen wekelijkse lesuren, het getal verplichte leer
krachten aan hun scholen en een beloning volgens de rijksregeling.
De besturen van de vijf daarvoor in aanmerking komende bijzondere
scholen voor buitengewoon onderwijs hebben gebruik gemaakt van de hun bij
artikel 193» 1e lid, van genoemd Besluit geboden gelegenheid op voren
bedoelde vergoeding een voorschot aan te vragen. Deze voorschotten worden
op gelijke wijze berekend als de definitieve vergoeding, terwijl na
afloop van het kalenderjaar de afrekening met de schoolbesturen plaats
vindt onder overlegging van de nodige bewijsstukken.
Aangezien in onze gemeente geen openbare scholen voor ziekelijke
kinderen, voor imbeciele kinderen en voor schipperskinderen bestaan en,
sinds 1 januari 1978 ook geen afdeling voor v.b.o. aan moeilijk lerende
(debiele) kinderen meer, kan voor de bijzondere scholen c.q. afdeling
van deze soort niet de vergelijkingsmaatstaf worden gehanteerd. Op grond
van het bepaalde in artikel 193» 5e lid, van genoemd Besluit vergoedt het
gemeentebestuur in die gevallen de kosten van het vakonderwijs, voorzover
deze kosten noodzakelijk zijn.