No. 1802
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 9 februari
1978 (bijlage no. 47);
BESLUIT:
aan J.C. Fischer, wonende te Leeuwarden, Nieuweburen 34» te verkopen het
perceel grond met de daarop gestichte opstallen, plaatselijk bekend
Nieuweburen 34 - zulks met uitzondering van de voor de woning gelegen stoep
met ondergrond - welk perceel op de bij dit besluit behorende tekening met
een rode omlijning is aangegeven, voor een prijs van 250.000,en verder
onder de volgende bedingen:
1het onroerend goed wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin
aanwezig is, voor zover door de Wet als onroerend aangemerkt wordende,
en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten en daaraan ver
bonden rechten, doch vrij van huur, hypotheek en beslag;
2. de levering geschiedt op de dag van het verlijden van de akte van over
dracht
3. het risico voor en het onderhoud van het gekochte en alle daarvan gehe
ven wordende en nog te heffen lasten en belastingen komen vanaf de le
vering voor rekening van de koper;
4de gemeente Leeuwarden is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot
die wegens uitwinning;
5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als
bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek;
6. de akte van eigendomsoverdracht zal worden opgemaakt door en verleden
voor een door de koper aan te wijzen, te Leeuwarden gevestigde notaris;
7. de kosten van overdracht, daaronder begrepen die van de levering van
een afschrift van de akte ten behoeve van het gemeente-archief, komen
voor rekening van de koper.
Aldus vastgesteld in de openbare vergade
ring van
Voorzitter.
Secretaris.
Vaststellen exploitatiekostenbedragen ex art. 186, 1e lid en 189, 5e lid,
van het Besluit buitengewoon onderwijs 19&7 voor het openbaar en bijzonder
buitengewoon onderwijs en toekennen voorschotten aan bijzondere scholen,
een en ander voor 1978.
Bijlage no. 48 Leeuwarden, 9 februari 1978.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 186, eerste lid, van het Besluit buitengewoon onder
wijs 1967 moet de Gemeenteraad vóór 1 maart van elk jaar het bedrag vast
stellen, dat per leerling van elke soort van de in dit Besluit genoemde en
in de gemeente bestaande openbare scholen en daarmee gelijk te stellen af
delingen in dat jaar beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de kosten,
bedoeld in artikel 55» onder e tot en met h en r van de Lager-onderwijswet
1920, van die van de oudercommissies en van die van instandhouding. Dit be
drag vormt tevens de grondslag van de exploitatievergoeding aan de bijzondere
scholen en afdelingen van dezelfde soort.
De kosten van het openbaar buitengewoon onderwijs voor 1978 zijn opge
nomen in de voor U ter inzage gelegde specificaties, waarvan de cijfers
ontleend zijn aan de gemeentebegroting. De in die begroting opgenomen bedra
gen voor leermiddelen, schoolbehoeften, schoolbibliotheek e.d. voor de drie
gemeentelijke scholen blijken iets te hoog te zLjn geraamd. Overeenkomstig
het telefonisch verstrekte advies van de Inspecteur van het buitengewoon
lager onderwijs stellen wij U voor deze leermiddelenbedragen per leerling
vast te stellen voor de Arendstuinschool op 125,voor de kernafdeling
en op 150,voor de afdeling voor zeer moeilijk lerende kinderen;
openbare school voor voortgezet buitengewoon onderwijs aan moeilijk lerende
kinderen op 250,Euterpeschool op 125,voor de kernafdeling,
op 165,voor de afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs en op
150,voor de afdeling voor onaangepaste kleuters.
Indien mocht blijken, dat de geschatte loon- en prijsstijgingen hoger
dan thans verwacht uitvallen of wanneer andere omstandigheden daartoe aan
leiding geven, zullen wij U voorstellen tot herziening van de voorgestelde
bedragen over te gaan.
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen heeft voor het bijzonder
onderwijs als minimumbedrag voor bestrijding van de administratiekosten
voor 1978 per leerling vastgesteld 60,voor scholen voor moeilijk leren
de (debiele) kinderen, kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden en
schipperskinderen, 69,voor scholen voor zeer moeilijk lerende (imbecie
le) kinderen en 74»voor scholen voor ziekelijke kinderen.
Overeenkomstig de daarvoor aangegeven richtlijnen worden voorts, evenals
vorige jaren, aan het bestuur van de Stichting voor chr. b.l.o., wat be
treft de Da Costaschool, de kosten van een concierge en van een part-time
administratieve kracht afzonderlijk vergoed. Om die reden worden deze kos
ten wat betreft de Arendstuinschool dan ook niet opgenomen in het terzake
vast te stellen exploitatiekostenbedrag.
Met inachtneming van het vorenstaande en op grond van de thans in die
overzichten opgenomen gegevens dienen de voor 1978 per leerling beschikbaar
te stellen bedragen te worden bepaald overeenkomstig die, vermeld in bij
gaand ontwerp-besluit.
Aangezien in onze gemeente geen openbare scholen voor ziekelijke kin
deren, voor schipperskinderen, voor imbeciele kinderen en geen afdeling
voor voortgezet buitengewoon onderwijs aan debiele (moeilijk lerende) kinde
ren zijn gevestigd, maar wel bijzondere scholen c.q. afdeling van deze
soort,velke vallen onder de bepalingen van het Besluit buitengewoon onderwijs
1967, moet de exploitatievergoeding voor deze scholen c.q. afdeling, met
toepassing van artikel 189, 5® lid, worden berekend naar het bedrag per leer
ling, dat voldoende moet worden geacht voor de redelijke behoeften van in
normale omstandigheden verkerende scholen c.q. afdelingen.