- 2 - III. aan het bestuur van de Stichting tot oprichting en instandhouding van één of meer Christelijke scholen voor buitengewoon lager onderwijs voor Leeuwarden en omgeving, alhier, voor de kosten van concierge en admini stratieve kracht aan de Da Costaschool voor de kernafdeling en de af deling voor voortgezet buitengewoon onderwijs, voorlopig beschikbaar te stellen resp. 28.700,en 14.000, IV. op de exploitatievergoedingen, bedoeld in artikel 189 van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967de volgende voorschotten te verlenen aan het bestuur van de: a. Stichting tot oprichting en instandhouding van één of meer Chr. scholen voor buitengewoon lager onderwijs voor Leeuwarden en omgeving, alhier, ten behoeve van zijn school voor debiele kinderen 100 x 1104,94 (kern afdeling), te vermeerderen met 28.700,voor kosten van concierge en administratieve kracht en 2600,voor onroerend goedbelasting is 141.794> ten behoeve van de afdeling voor voortgezet buitengewoon onderwijs van laatstgenoemde school 63 x 1452,22 is 91.490,te vermeerderen met 14.000,voor kosten van concierge en administratie ve kracht en 1.000,voor onroerend goedbelasting is 106.490, en ten behoeve van zijn school voor imbeciele (zeer moeilijk lerende) kinderen 40 x 3953»25 is 158.130,te vermeerderen met 2500, wegens onroerend goedbelasting is totaal 160.630, b. Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs Leeuwarden, ten behoeve van zijn school voor schipperskinderen 40 x 990,39.600,- te vermeerderen met 380,wegens verschuldigde erfpachtscanon en 670,wegens onroerend goedbelasting is totaal 40.650, c. Vereniging voor Christelijk onderwijs aan kinderen met leer- en opvoe dingsmoeilijkheden alhier, ten behoeve van zijn school voor deze kinde ren, 113 x 1508,85 is 'I7O.5OO,(afgerond) te vermeerderen met 4.000,wegens onroerend goedbelasting is totaal 174.500, d. Stichting Leeuwarder Parkherstellingsoord, alhier, ten behoeve van zijn school voor ziekelijke kinderen, 100 x 1825,is 182.500, Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Vaststellen exploitatiekostenbedrag ex art. 55bis der Lager-onderwijs- wet 1920 voor het openbaar gewoon lager onderwijs voor 1978. Bijlage nr. 49. Leeuwarden, 9 februari 1978. Aan de Gemeenteraad. Ingevolge artikel 55bis, eerste lid, van de Lager-onderwijswet 1920 moet de Gemeenteraad vóór 1 maart van elk jaar het bedrag vaststel len, dat per leerling van de openbare scholen voor gewoon lager onder wijs beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel 55, onder e tot en met h, p en r, van genoemde wet, alsmede van die instandhouding. Dit bedrag vormt de grondslag voor de exploita tiekostenvergoedingen aan de bijzondere scholen voor gewoon lager onder wijs. Een specificatie van de kosten van het openbaar onderwijs voor 1978 is voor U ter inzage gelegd. De cijfers zijn ontleend aan de gemeentebe groting voor 1978, zoals die met inbegrip van een aantal rijksinspectie- besluiten door de Raad op 13 december 1977 is vastgesteld. Blijkens bij de stukken ter inzage liggende brief stemt de Schoolraad in met het tot 88,50 verhoogde bedrag. Overeenkomstig de suggestie van de Schoolraad en na overleg met de schoolhoofden is tevens overgegaan tot een ander verdeelsysteem van dit bedrag hetgeen inhoudt dat 1.000,als basis bedrag voor elke school beschikbaar zal worden gesteld, vermeerderd met een bedrag van 81,42 per leerling. Indien mocht blijken, dat de ge schatte loon- en/of prijsstijgingen daartoe aanleiding geven dan zullen wij U t.z.t. een voorstel doen tot herziening. Uit bijgevoegd overzicht blijkt, dat voor 1978 het beschikbaar ge stelde bedrag voor het openbaar onderwijs zal belopen 1.681.941>50 3959 (geschat aantal leerlingen) is 424,84, voor het bijzonder onder wijs te vermeerderen met 32,50 voor administratiekosten - zijnde het door de Minister van Onderwijs en Wetenschappen vastgestelde minimumbe drag - is totaal 457>34» Ingevolge het bepaalde in artikel 103, vijfde lid, van de Lager- onderwi j swet 1920 verlenen Burgemeester en Wethouders op verzoek van de schoolbesturen en onder voldoende borgstelling een voorschot op de hun toekomende exploitatievergoeding ter grootte van het per leerling beschik baar gestelde bedrag, gerekend over het gemiddeld aantal leerlingen over het afgelopen jaar, zo nodig vermeerderd met de verschuldigde onroerend goedbelasting en erfpacht. Onder mededeling, dat de Raadscommissie voor het Onderwijs zich met dit voorstel kan verenigen geven wij U in overweging te besluiten over eenkomstig het hierna opgenomen ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 98