Nu naar ons oordeel de sloot langs de Tearnserdyk gedempt moet worden,
is het handhaven van een sloot langs de Hounsdyk weinig zinvol en stede
bouwkundig gezien minder juist. Bovendien stuiten wij hier op dezelfde
problemen ten aanzien van de riolering van de woningen.
De Vereniging Dorpsbelang stelt verder voor de goot- of boeiboord-
hoogte van de woningen te verlagen van 7 naar 6 meter.
Wij merken op, dat in het ontwerp-plan is bepaald, dat de goot- of
boeiboordhoogte van de woningen niet meer dan 3»50 m mag bedragen. Dit
bezwaar berust blijkbaar dan ook op een misverstand. Bedoeld wordt
waarschijnlijk de totale hoogte van de woning (nokhoogte), welke inder
daad 7 m mag zijn. Uit volkshuisvestingsbelangen achten wij het niet
juist deze hoogte terug te brengen tot 6 m. De hoogte van de eventuele
slaapkamers onder het schuine dak zal dan niet meer kunnen voldoen aan
de bepalingen van de Bouwverordening.
Reclamante suggereert de dakhelling van de te bouwen woningen aan te
passen aan het dorpsgezicht op de kerk.
Naar onze mening ontbreekt de noodzaak deze suggestie over te nemen.
Overigens achten wij het stedebouwkundig ook ongewenst het ontwerp-plan
in dit opzicht te wijzigen. De kerk en de bebouwing in de omgeving daar
van hebben duidelijk een eigen karakter en er is naar onze mening ten
opzichte van dit terrein niet van een zodanige relatie sprake, dat de
dakhelling van deze woningen zou moeten worden aangepast.
Voorts is reclamante van mening, dat een duidelijke ontsluitings
aftakking moet worden gemaakt vanaf de Buorren of de Tearnserdyk.
Ter zake merken wij op, dat de Tearnserdyk waarop de aansluiting
van een drietal woningen is geprojecteerd, niet drukker is dan het cen
trum van het dorp waar ook veel woningen direct aan de straat liggen.
De voorgestelde situering is naar onze mening niet van invloed op de
verkeersveiligheid op de Tearnserdyk. Door de voorgestelde wijze van
bebouwing met name langs de Tearnserdyk ontstaat bovendien een veel
levendiger beeld dan wanneer de woningen met zij- of achterkant aan de
weg zouden worden geprojecteerd. De gekozen oplossing bevordert een beter
entree van het dorp. Het open karakter van dit gebiedje waarnaar in het
wijzigingsplan is gestreefd zal er toe leiden, dat een aardig en afwis
selend beeld zal ontstaan ten opzichte van de rest van het dorp.
Op grond van het vorenstaande menen wij, dat de bezwaren van de
Vereniging Dorpsbelang Goutum met uitzondering van het terugbrengen
van het bebouwingspercentage van 30 tot 20 ongegrond moeten worden ver
klaard.
Onder mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening over
dit voorstel zal worden gehoord geven wij IJ in overweging:
A. de ingekomen bezwaren gegrond te verklaren ten aanzien van de bebouwings
dichtheid, doch overigens ongegrond te verklaren;
B. het bestemmingsplan "Goutum, 1e wijziging" vast te stellen in afwijking
van het ontwerp, dat ter visie heeft gelegen;
een en ander overeenkomstig het hierbij gaande ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer
Secretaris.
No. 13618
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Overwegende, dat het wenselijk is het bestemmingsplan "Goutum, 1e
wijziging" vast te stellen;
dat het ontwerp van dit bestemmingsplan, vergezeld van een toelichting,
met ingang van 31 maart 1978 gedurende een maand ter gemeentesecretarie
voor een ieder ter inzage heeft gelegen;
dat tegen dit ontwerp-plan 346 gelijkluidende bezwaarschriften van
bewoners uit Goutum zijn ingediend zoals deze nader zijn aangegeven in de
bij dit besluit behorende bijlage I;
dat voorts een bezwaarschrift is ontvangen van de Vereniging Dorps
belang Goutum;
dat hij in zijn vergadering van 26 juni j.l. de beslissing omtrent
de vaststelling van dit bestemmingsplan heeft verdaagd tot uiterlijk 31
oktober 1978;
dat hij onder het overnemen van de motivering opgenomen in het hier
na omschreven voorstel van Burgemeester en Wethouders van oordeel is, dat de
ingediende bezwaren voor zover betrekking hebbende op het terugbrengen van
het bebouwingspercentage van 30 tot 20 gegrond zijn en dat de bezwaren
voor het overige ongegrond dienen te worden verklaard;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 14 september
1978, bijlage nr. 355;
gelet op de Wet op de Ruimtelijke Ordening en het Besluit op de Ruim
telijke Ordening;
BESLUIT:
I. A. de bezwaren, omschreven in het hiervoor bedoelde voorstel van
Burgemeester en Wethouders voor zover betrekking hebbende op het
terugbrengen van het bebouwingspercentage van 30 tot 20 gegrond
te verklaren;
B. de overige bezwaren ongegrond te verklaren;
II. vast te stellen het bestemmingsplan "Goutum, 1e wijziging", zoals dit
is vervat in de bij dit besluit behorende:
a. kaart met bijbehorende verklaring, waarop de bestemming van de in
het plan begrepen grond wordt aangegeven;
b. voorschriften omtrent het gebruik van de in het plan begrepen grond
en van de zich daarop bevinden opstallen, welk plan in die zin af
wijkt van het ontwerp, dat ter visie heeft gelegen, dat het in ar
tikel 3, eerste lid onder b genoemde bebouwingspercentage wordt ver
laagd tot 20.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.