WBam - 10 - De vraag is, of die 50% niet te hoog is gegrepen. Bedacht moet daarbij worden, dat de bezettingsgraad nog geen betalingsgraad is. Bij de berekening is uitgegaan van eenzelfde gemiddelde per terrein, terwijl verwacht moet worden dat de bezettingsgraad bij lang parkeren hoger zal zijn dan bij het kort parkeren, waaruit de meeste opbrengst moet komen. Wij menen daarom voorshands te moeten uitgaan van een normale gemiddelde bezettingsgraad over het geheel van 40%, waarmee ten naaste bij een sluitende exploitatie van het betaald parkeren wordt verkregen. Onder mededeling dat de betrokken commissies zijn c.q. zullen worden gehoord stellen wij U thans voor te besluiten: a. tot vaststelling van de "parkeer en parkeergeldverordening 1978"; b. tot het beschikbaarstellen van een krediet voor de aanschaffing en plaatsing van nieuwe parkeerapparatuur en het ombouwen van bestaande apparatuur ten bedrage van 1.795.000, c. te besluiten tot het laten instellen van een parkeeronderzoek, en daarvoor een krediet beschikbaar te stellen van 175.000,een en ander overeenkomstig de bijgevoegde ontwerp-besluiten. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris. Nr. 8858 a. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 juni 1978 (bijlage nr. 245); BESLUIT 1voor de aanschaf en plaatsing van nieuwe parkeerapparatuur en het ombouwen van bestaande apparatuur een krediet beschikbaar te stellen van 1.795*000, 2. voor het instellen van een parkeeronderzoek door D.H.V. Raadgevend Ingenieursbureau B.V. te Amersfoort een krediet beschikbaar te stel len van 175*000, Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 92