- 2 - b. op weggedeelten, gelegen in het op zönekaart B met een oranje kleur aangegeven gebied bij een maximaal toegestane parkeertijd van één uur, per 10 minuten n or- j u ^5 c. op weggedeelten, gelegen in het op zönekaart B met een gele kleur aangegeven gebied bij een maximaal toegestane parkeertijd van twee uur, per 15 minuten q 25 °P wegge deel ten, gelegen in het op zönekaart B met een groene kleur aangegeven gebied bij een maximaal toegestane parkeertijd van twee uur, per 20 minuten n j Udj 3» op weggedeèlten, op zönekaart D aangewezen voor het parkeren door vergunninghoudersper kalender maand J* I J 9 II. Gedeelten van de onder I. genoemde eenheden van tijd worden voor een geheel gerekend. Nota van Toelichting. Artikel 1 In de verordening worden geen definities gegeven van termen die zon der verdere begripsbepaling voorkomen in de hier van belang zijnde wettelijke voorschriften op rijksniveau, zoals de Wet op de motorrij tuigenbelasting 1966 en het Reglement verkeersregels en verkeerste kens. Een gemeentelijke verordening is niet de aangewezen plaats om termen te definiëren die, behalve in de verordening zelf, reeds - on gedefinieerd - voorkomen in de hogere wetgeving waarop de verordening aansluit. Van de termen die in de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1966 en/of in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens voorkomen, zonder dat zij verder zijn gedefinieerd, mogen hier worden genoemd: parkeer- meter, parkeerterrein en openbaar. Als aanvulling op de model-parkeer- en parkeergeldverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, verderop te noemen "het model", zijn bij de begripsbepalingen ook nog definities opgenomen van: abon nementhouder en zönekaart. De reden hiervoor is uiteengezet in het raadsvoorstel Artikel 5« Dit artikel geeft ingevolge het voorschrift van artikel 270 van de ge meentewet het voorwerp van de belasting, t.w.het parkeren op een par keerterrein of parkeerplaats bij een parkeërmeter of parkeerplaats voor vergunninghouders Artikel 4- Eveneens moet ingevolge artikel 270 van de gemeentewet de grondslag van de belasting worden vermeld. Dit is casu de tijdsduur c.q. het tijdvak gedurende welke geparkeerd wordt. Artikel 5. Als belastingplichtigen zijn aangewezen voor het parkeren op een par keerterrein of bij een parkeermeter degenen die aldaar parkeren en voor het parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders de vergunning houders zelf. Artikel 6. Dit artikel verwijst naar de bij de verordening behorende bijlage (zie toelichting aldaar) Artikelen 8 en 9. Deze artikelen bevatten restitutiebepalingen, welke al naar gelang het beleid van het gemeentebestuur al dan niet kunnen worden opgenomen. Artikel 10. De woorden "kunnen verlenen" geven aan, dat het parkeerabonnement niet moet worden verleend. Het gaat hier niet om een gebonden beschikking. In het raadsvoorstel wordt uitvoerig ingegaan op de vraag, wie voor een dergelijk abonnement in aanmerking zouden moeten komen. Het boven staande geldt m.m. eveneens voor parkeervergunningen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 99