Zij wijzen er op, dat de koopkracht "binnen Blok Rood zo gering is dat het voor de hier gevestigde "bedrijven onmogelijk is om een inkomen te verwerven uit inkopen gedaan door de "bewoners. Deze "bedrijven functio neren mede dankzij het feit, dat zij "bereikbaar zijn voor doorgaand verkeer. Door de passanten worden impuls-aankopen gedaan, die voor de ondernemers onontbeerlijk zijn. Zij verwachten dan ook een negatieve invloed op hun omzet van de voorgestelde verkeersmaatregelen. De projectgroep wijst in dit verband op het feit, dat in het kader van de vaststelling van het verkeersstructuur- en uitwerkingsplan is besloten de ontsluiting voor autoverkeer van de wijk Oldegalileën plaats te doen vinden via de Goudenregenstraat. De projectgroep was en is nog steeds voorstander van een verkeers technisch verantwoorde zuidelijke ontsluiting van de wijk, echter zonder, dat de Willem Sprengerstraat daarbij een rol speelt. Het tegengaan van doorgaand verkeer past in het beleid zoals U dat hebt vastgesteld. Het creëren van zo groot mogelijk verkeersluwe gebieden is daarbij één van de uitgangspunten. Stand-punt college. Ten aanzien van de hiervoor omschreven afwijkende standpunten en opmerkingen van de wijk merken wij het volgende op. 1Zoals reeds vermeld betekent de afbraak van de 3 woningen aan de zuid zijde van de Groningerstraat ten behoeve van het realiseren van bergin gen en parkeerruimte naar de mening van de wijkbewoners een onaanvaard bare ingreep in het straatbeeld en het leefmilieu. De projectgroep deelt deze mening niet, terwijl zij twijfels heeft omtrent de verbeteringsmogelijkheden van deze woningen. Mede naar aanleiding van de behandeling van dit rapport in de commissie ruimtelijke ordening zijn wij van mening, dat akkoord moet worden gegaan met handhaving van deze panden, tenzij bij de uitvoering blijkt, dat er hierdoor onoverkomenlijke bezwaren ontstaan. Bij de verdere uitwerking van het plan zal worden getracht de bergingen te realiseren op het vrijkomende terrein van het huidige pand van het Gemeentelijk Woningbedrijf. 2. De directie van de Dienst Stadsontwikkeling onderschrijft het stand punt van wijkcomité en projectgroep terzake van de ontsluiting via de HoekstersingelGenoemde directie alsmede het Raadgevend Ingenieurs bureau D.H.Y. zijn echter van oordeel - binnen een alsnog te kiezen kleinschalige verkeersoplossing voor Hoeksterend-Bleeklaan-Groninger- straatweg - dat deze ontsluiting slechts beperkt kan zijn in die zin, dat alleen autoverkeer naar de binnenstad mogelijk is en dat dit verkeer te allen tijde voorrang moet verlenen aan het verkeer op de Groninger straatweg, Naar aanleiding van de behandeling in de commissie voor de ruimte lijke ordening van 13 november j.l. hebben wij de mogelijkheden van een ondergeschikte ontsluiting via de Hoekstersingel nogmaals onderzocht. Het lijkt ons niet op grote bezwaren te stuiten, dat, naast de boven bedoelde beperkte ontsluiting naar de binnenstad, het voor het verkeer vanaf de Groningerstraatweg mogelijk wordt gemaakt, na het kruispunt met de Bleeklaan rechtsaf de Hoekstersingel in te slaan. Deze beperkte ontsluiting is voornamelijk bedoeld voor het z.g. bestemmingsverkeer (bevoorrading e.d.) van de bedrijven aan de Hoekstersingel e.o. Teneinde te voorkomen, dat een sluiproute naar Oldegalileën zal ontstaan, beraden wij ons nog over de vraag of voor de Lindebuurt éénrichtingsverkeer (naar de binnenstad) moet worden ingesteld. - 5 - De hiervoor omschreven ontsluiting houdt in, dat voor de autobus halte welke ter hoogte van deze uitgang is geprojecteerd, een andere plaats dient te worden aangewezen. Hiervoor kan echter een aanvaard bare oplossing worden gevonden. Wij stellen U dan ook voor te kiezen voor de ontsluiting van auto verkeer via de Hoekstersingel zoals hiervoor is omschreven. 3. Wij hebben overwegende bezwaren tegen het verplaatsen van de parkeer plaatsen van de west- naar de oostkant van de Willem Sprengerstraat. Naar onze mening ontstaat dan een minder duidelijk beloop van zowel het fietspad als de voetgangersverbinding. De aangevoerde bezwaren, die kleven aan het aanleggen van de parkeerplaatsen aan de westkant van de straat, zijn naar onze mening niet zodanig, dat tot verplaatsing hier van zou moeten worden besloten. 4. Over de detaillering van verschillende onderdelen van het plan, dus ook over de inrichting van het terrein achter het café achter de Hoek stersingel zal nog nader overleg plaatsvinden met de omwonenden. 5. Voor de nieuwbouw zal inderdaad zoveel mogelijk aansluiting moeten worden gezocht bij het karakter van de bestaande bebouwing. Er zal echter niet met nieuwbouw in één bouwlaag kunnen worden volstaan en wij achten dit ook niet noodzakelijk. Nieuwbouw in meer lagen is naar onze mening zeer wel mogelijk, mits dit gepaard gaat met het zoveel mogelijk aanpassen bij de schaal en maat van de omgeving waarin gebouwd wordt. In de toekomst zal een sterk groeiend aantal huishoudens gerekend moeten worden tot de categorie één en tweepersoonshuishoudens. Nu voor deze woonvorm in Blok Rood o.m. in verband met de diepte van de bouwblokken en achtererven enige geschikte plaatsen aanwezig zijn, delen wij de mening van de project groep, dat deze plaatsen hiervoor benut moeten worden. 6. Er bestaat inderdaad geen bezwaar tegen, dat in het kader van het ont wikkelen van plannen ter verbetering van de woonomgeving wordt besloten tot verschuiving van enkele parkeerplaatsen. Bepalend is, dat het aantal parkeerplaatsen niet verminderd. 7. Voorzover dit mogelijk is, zal aan de bewoners van Blok Rood, die nu een woning bezitten of huren bij afbraak van hun woningen, gelegenheid worden geboden terug te keren naar een nieuwbouw woning in deze wijk. 8. In overleg met de in de Lindebuurt gevestigde ondernemers zal worden nagegaan of verplaatsing van hun bedrijven naar het daarvoor bestemde terrein aan het Mariahof mogelijk is. 9. Door de wijk via de Hoekstersingel een ontsluiting te geven zal ten dele tegemoet worden gekomen aan de bezwaren van de kant van de midden standers. Wij menen thans te kunnen volstaan met de opmerking, dat het niet-afsluiten van de Willem Sprengerstraat zal leiden tot een onver antwoorde toename van het verkeer door de wijk, waardoor de verkeersluw heid van dit gebied zou worden aangetast en afbreuk zou worden gedaan aan de woonfunctie van dit gebied. Bovendien krijgt het kruispunt Groningerstraatweg-Bleeklaan dan een te geringe capaciteit. Mede in verband hiermee zal van het niet-afsluiten van de Willem Sprengerstraat geen sprake kunnen zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 154