No. 17562.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 16 november 1978 (bijlage no.- 459);
BESLUIT
I. van de kerkeraad van de Vrije Evangelische Gemeente te Leeuwarden,
gerekend vanaf 1 januari 1979» te huren een appartement van het
aan genoemde gemeente toebehorende pand, plaatselijk bekend
Zuidvliet 14, Leeuwarden, tegen een prijs van 1.000,per maand
en voorts onder de bedingen, welke zijn vermeld in de bij dit
besluit behorende ontwerp-overeenkomst
II. aan de Gemeentelijke Sociale Dienst een krediet beschikbaar te
stellen van 7.000,ten behoeve van de onder I bedoelde huur.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Opheffen van de Commissie voor de Gemeentelijke Sociale Dienst.
Bijlage no. 46O Leeuwarden, 16 november 1978.
Aan de Gemeenteraad.
Bij besluit van 28 augustus 1972 is door de raad de Commissie voor de
Gemeentelijke Sociale Dienst ingesteld als commissie van advies en bijstand
ingevolge artikel 62 van de gemeentewet met als taakstelling ons college
van advies te dienen en bij te staan ten aanzien van aangelegenheden betref
fende de uitvoering van de aan de dienst opgedragen taken. Daarnaast werd
bepaald, dat ons college gehouden is, alvorens terzake een besluit te nemen
of een voorstel aan Uw raad te doen, de commissie onder meer te zullen raad
plegen omtrent:
a. de ontwerp-begroting van de Gemeentelijke Sociale Dienst;
b. de ontwerp-besluiten tot wijziging of aanvulling van de onder a. bedoel
de begroting;
c. de ontwerp-jaarrekening en het ontwerp-jaarverslag van de Gemeentelijke
Sociale Dienst;
d. het aanstellen en ontslaan van directieleden;
e. de organisatie van de Gemeentelijke Sociale Dienst;
f. het aangaan, wijzigen of ontbinden van samenwerkingsvormen, welke aan
de Gemeentelijke Sociale Dienst zijn opgedragen met andere gemeenten of
met instellingen;
g. de in artikel 79 van de Algemene Bijstandswet genoemde algemene aspecten
betreffende de verlening van bijstand.
De aan de Gemeentelijke Sociale Dienst opgedragen taken betreffen de
uitvoering van de Algemene Bijstandswet en de daarop geënte groepsregelingen,
de Wet Werkloosheidsvoorziening en de Beeldende Kunstenaars Regeling.
In feite heeft het gemeentebestuur alleen m.b.t. de uitvoering van de Alge
mene Bijstandswet enige eigen beleidsruimte; deze is echter in de loop
der jaren en met name sinds het in werking treden van het Besluit landelij
ke normering per 1 juli 1974 sterk ingeperkt.
Reeds bij het opstellen van onze voorstellen met betrekking tot de
herbenoeming van de leden van de commissie in september j.l. hadden wij ge
let op de taken van de commissie enige twijfel omtrent de noodzaak van het
voortbestaan van de commissie. Ook in de commissie zelf is de laatste tijd
in toenemende mate twijfel gerezen over noodzaak en nut van de commissie,
eveneens gezien het beperkte aantal onderwerpen dat op de agenda's van de
vergaderingen kon worden geplaatst. In 1977 is de commissie drie maal bijeen
geweest en ook dit jaar is het tot dusver bij dit aantal gebleven. In deze
gevallen was vrijwel steeds de behandeling van het rapport m.b.t. het or
ganisatie—onderzoek bij de G.S.D. en de stand van zaken m.b.t. de op het
rapport geënte reorganisatie van de dienst het hoofdbestanddeel van de agen
da. Bedoelde reorganisatie is thans vrijwel in het eindstadium.
Daarbij komt dan nog het volgende.
De commissie telt negen leden, waarvan er drie lid zijn van de gemeenteraad.
De overige leden dienen overeenkomstig de bepalingen van de Algemene Bij
standswet te worden benoemd uit personen van wie een bijdrage tot de werk
zaamheden van de commissie verwacht kan worden vanuit hun kennis van het
werk der vak— en standorganisaties, het maatschappelijk werk en de zorg voor
de volksgezondheid, of van andere vormen van bevordering van het maatschap-
pelijk welzijn. Door de beperkte taak van de commissie ondex"vinden wij
ernstige moeilijkheden bij het maken van aanbevelingen t.b.v. het benoemen
van deze overige leden.