Vestigen recht van opstal op een aan de Klanderijstraat gelegen perceel grond. Bijlage no. 468. Leeuwarden, 7 december 1978. Aan de Gemeenteraad. De heer H.J. Wierda, alhier, heeft ons verzocht te bevorderen, dat aan hem het recht van opstal wordt verleend op een aan de Klanderij- straat gelegen perceel grond ter grootte van 214 centiare. Het ligt in de bedoeling van betrokkene op dit perceel en op een aangrenzend bij hem in eigendom zijnd perceel een semi-permanente opstal te stichten ter vergroting van zijn huidige kantoorruimte in het pand Zuiderplein 37. Het bedoelde perceel is op de ter inzage gelegde tekening met een rode omlijning aangegeven. Wij hebben tegen inwilliging van het verzoek geen bezwaren mits het zakelijk recht wordt gevestigd voor een termijn van 2 jaren met stilzwijgende verlenging daarna met telkens 1 jaar, waarbij de partijen de bevoegdheid hebben de overeenkomst te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden. Dit is noodzakelijk, aangezien het exacte tracé van het toekomstige wegenstelsel in het betreffende gebied nog moet worden vastgesteld en ook overigens nog onvoldoende bekend is over de toekomstige ontwikkeling van het onderhavige gebied. De jaarlijks aan de gemeente verschuldigde vergoeding dient naar onze mening te worden bepaald op 1.926,(berekend naar een grond waarde van 100,per m2 en een rentevoet van 9 De Commissie voor het Grondbedrijf gaat hiermee akkoord. Ten aanzien van de overigens aan het vestigen van het opstalrecht te verbinden bepalingen mogen wij U kortheidshalve verwijzen naar het hierbij gevoegde ontwerp-besluitBe langhebbende kan zich met één en ander verenigen. Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te beslui ten overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden. J.S. Brandsma, Burgemeester. W.J.G. Reumer, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 188