- 2 - dat het bouwplan evenwel strekt tot het vergroten van een reeds in strijd met het bestemmingsplan bestaande woning; dat bovenbedoeld bouwplan derhalve in strijd is met de bij het plan "Buitengebied" ge regelde bestemming; dat hij van oordeel is, dat evenmin op basis van het bij het be stemmingsplan "Buitengebied" behorende overgangsrecht - zo dit al zou zijn goedgekeurd medewerking aan het bouwplan zou kunnen worden ver leend op gronden zoals hierboven vermeld; dat artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in relatie met artikel 49 van de Woningwet weliswaar voorziet in de mogelijkheid om voor een bepaalde termijn vrijstelling te verlenen van de voor schriften van een bestemmingsplan, doch dat deze bevoegdheid slechts mag worden gehanteerd, indien is aangetoond, dat het bouwwerk zal voorzien in een tijdelijke behoefte; dat uit het verhandelde van de vergadering van de commissie van advies is gebleken, dat de tijdelijke behoefte wordt afgemeten aan het leven van een inwonend persoon, hetgeen de wetgever juist niet voor ogen heeft gest-aan; dat uit het vorenstaande voortvloeit, dat Burgemeester en Wethouders de gevraagde vergunning terecht hebben geweigerd, zodat het bestreden besluit gehandhaafd moet blijven; gezien het advies van de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge de Bouwverordening van 7 december 1978; BESLUIT: het beroep ongegrond te verklaren. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Advies van de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge de Bouwverordening met betrekking tot het beroepschrift van mevrouw A. Adema te Leeuwarden Bijlage no. 477. Leeuwarden, 7 december 1978. Aan de Gemeenteraad. Mevrouw A. Adema te Leeuwarden heeft bij U beroep ingesteld te gen het besluit van Burgemeester en Wethouders van 15 augustus 1978, no. B 240/78, waarbij bouwvergunning is geweigerd voor het vergroten van een dansschool op het perceel Wijbrand de Geeststraat 27a, alhier. Burgemeester en Wethouders hebben het beroepschrift, vergezeld van hun advies, bij brief van 27 oktober 1978, in handen van onze com missie gesteld. Het beroepschrift is binnen de daarvoor in de Woningwet gestelde termijn ingediend, zodat appellante in haar beroep kan worden ontvan gen. Appellante heeft, evenals een vertegenwoordiging van Burgemeester en Wethouders, gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid om in een vergadering van de commissie te worden gehoord. Het verslag van die vergadering is voor U ter inzage gelegd. De motivering van het aangevochten besluit en de beroepsgronden hebben wij in het hierbij gevoegde ontwerp-besluit weergegeven. De commissie is tot de conclusie gekomen, dat Burgemeester en Wethouders hun weigeringsbesluit op de juiste gronden hebben gebaseerd. De Commissie geeft U dan ook in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp-besluit. De Commissie van advies inzake beroep schriften ingevolge de Bouwverordening. Mr. B.P. van der Veen, Voorzitter. Mr, L.P.A. van Kats Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 203