1 - 9
P 36. Waar zijn in de gemeentelijke
huishouding schoonmaakbedrijven
ingeschakeld voor steeds
terugkerend werk?
V 37. Kan het college de indruk weg
nemen dat het begeleiden van
de maatschappelijk werker meer
tijd kost dan het verrichte be
drijfsmaatschappelijk werk
zelf?
V 38. Mag uit de tekst van het be
leidsplan worden geconcludeerd
dat het vanaf 1 maart 1977 tot
op heden nog steeds niet moge
lijk is gebleken het bedrijfs
maatschappelijk werk een
duidelijke plaats te geven bin
nen het gemeentelijk perso
neelsbeleid?
3é. In het algemeen worden schoon
maakbedrijven ingeschakeld voor
het schoonmaken van schoolge
bouwen en enkele gebouwen van
gemeentelijke bedrijven.
37. De begeleidingscommissie be
drijfsmaatschappelijk werk
heeft tot dusver drie maal ver
gaderd. Wekelijks besteedt de
bedrijfsmaatschappelijk werker
ten kantore van het G.I.M.D.
enkele uren aan werkoverleg en
werkbegeleiding. Hier staat
bij voorbeeld tegenover dat hij
in de periode 1 april t/m
31 augustus 1978 contact heeft
gehad met 24 cliënten, in ver
band waarmee hij 96 gesprekken
heeft gevoerd. De indruk dat
het begeleiden van de bedrijfs
maatschappelijk werker meer
tijd kost dan het bedrijfs
maatschappelijk werk zelf is
dan ook bepaald onjuist.
38. Het bedrijfsmaatschappelijk werk
heeft reeds onmiskenbaar wortel
geschoten, maar het is niet
verwonderlijk, zeker in een
complexe organisatie als die
van de gemeente, dat het veel
tijd vergt een ieder duidelijk
te maken wat de rol van het
bedrijfsmaatschappelijk werk
in het totaal van het personeels
beleid is.
P 39'. De invoering van een functie
waarderingssysteem laat wel erg
lang op zich wachten. Wordt
bij de invoering eveneens in
overweging genomen dat:
a. een beroepsmogelijkheid van
de ambtenaar via onafhanke
lijke instanties is gewaar
borgd;
b. tegelijkertijd de pendant van
dit systeem, een personeels
beoordelingssysteem, wordt
ingevoerd;
c. enige samenhang wordt ont
wikkeld met loopbaanplanning
en -begeleiding.
39. In het beleidsplan 1978-1982
hebben wij medegedeeld dat wij
het - aan U overgelegde - rap
port van de Adviescommissie
personeelsbeleid hebben aan
vaard als grondslag van het te
voeren personeelsbeleid. Genoem
de commissie heeft een volgorde
van aanpak van nieuwe taken
aangegeven.
Hierbij is een hoge prioriteit
toegekend aan functiebeschrij
ving en -waardering. Aan in
voering van een systeem van
personeelsbeoordeling is een
minder hoge prioriteit toege
kend, terwijl naar de mening
van de commissie invoering van
een systeem van individuele
loopbaanplanning op middellange
termijn (5-7 jaar) gerealiseerd
zou kunnen worden.