R 87. Naar aanleiding van hetgeen op biz. II 3-2 is vermeld over de nieuwbouw dringt het presidium er nu reeds op aan dat begin 1979 cLe beleids uitgangspunten ten aanzien van de locatie van de woningbouw na Camminghaburen aan de Raad voor de Volkshuisvesting worden gepresenteerd? 3 - 2 V 88. Welke plannen hebt U m.b.t. het volgende industriegebied? P 89. Voor een groot gedeelte van de stad zijn nog geen bestemmings plannen vastgesteld. Wanneer het huidige tempo waarin be stemmingsplannen gereedkomen blijft gehandhaafd, zal het nog geruime tijd duren voordat de laatste plannen kunnen worden vastgesteld. Bescherming van grote gebieden blijft daardoor achterwege Is het werken met globale be stemmingsplannen ook een mogelijkheid? Wat zijn hiervan de voor- en nadelen? Pa 90. Welke mogelijkheden ziet het college om de vaststelling van bestemmingsplannen te versnellen, zodat de raad greep kan krijgen op ontwikkelingen in en rond de binnenstad? Pa 91. Wat zijn de kosten hiervan wat betreft mankracht en middelen? 87» De hierbedoelde uitgangspunten zullen worden neergelegd in een op te stellen rapport. Het tijdstip, waarop dit rapport kan worden uitgebracht, is mede afhankelijk van de resultaten van het ingestelde bodemonder zoek. Wij gaan er vanuit, dat dit onderzoek in april 1979 afgerond zal zijn. Het spreekt voor zich, dat bij de oordeelsvorming ook het ad vies van de Raad voor de Volks huisvesting zal worden gevraagd. 88. Gelet op de mogelijkheden welke in het industriegebied Hemrik zowel op kortere als op langere termijn aanwezig zijn, zijn wij nog geen onder zoek naar een volgende indu strielocatie begonnen. 89/ In de Memorie van Antwoord bij 90/ het beleidsplan 1977-1981 91/ hebben wij het volgende onder 92. Uw aandacht gebracht: "Het na het structuurplan voor de binnenstad tot stand brengen van een of meer globale be stemmingsplannen zou een grote hoeveelheid werk en een jaren vergende procedure met zich meebrengen zonder dat daarmee een bijdrage zou worden ge leverd aan de uitvoering van het structuurplan. Hoewel wij onderkennen dat daaraan zekere risico's zijn verbonden, omdat niet alle ongewenste ontwikke lingen op korte termijn kunnen worden tegengegaan, geven wij de voorkeur aan de meer op uit voering gerichte werkwijze". In samenhang hiermee merken wij op dat het nemen van een voorbereidingsbesluit in een te vroeg stadium geen soelaas biedt Om ongewenste ontwikkelingen te kunnen tegengaan, zal een dergelijk besluit, voor het expireren daarvan gevolgd moeten worden door ter visie legging van een ontwerp- bestemmingsplan, zulks tenein de te voorkomen dat ingediende aanvragen om bouwvergunning gehonoreerd moeten worden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 265