3 - 14
R 121. Blijkens hetgeen is vermeld op
blz. 1-10 kiest de Raad voor de
Gemeente-financiën als uitgangs
punt een evenwichtige behandeling
van alle gemeenten die met stads
vernieuwing te maken hebben. Ver
der wordt daar geconstateerd,
dat de voor stadsvernieuwing be
schikbare gelden steeds meer via
de interimsaldoregeling, met alle
daarin gelegen beperkingen, ge
leid worden. Deze laatste ten
dens, die met genoemd uitgangs
punt principieel in strijd is,
stemt het presidium tot ernstige
bezorgdheid over de realiseerbaar
heid van de stadsvernieuwings
plannen in onze stad. Het presi
dium verzoekt dan ook met klem
of het College alle mogelijke
kanalen wil aanboren, (o.a. de
Vereniging van Nederlandse Ge
meenten) om de rijksoverheid te
bewegen een eind te maken aan
deze voor Leeuwarden hoogst on
gelukkige situatie.
C 122. De subsidiëring van de voorbe-
reidingskosten van sanerings-
en rehabilitatieplannen is door
de rijksoverheid bijgesteld (70%
met maxima).
Zijn deze maxima landelijk ge
zien te laag of liggen de kosten
in Leeuwarden hoger dan gemiddeld?
Zo ja, door welke oorzaak?
P 123. Heeft het College kennis genomen
van de inhoude van persbericht
P-1790 (Literatuuroverzicht d.d.
18 september no. 181 van het mi
nisterie van V. en R.O.), waar
uit blijkt, dat gemeenten aparte
subsidies kunnen verkrijgen voor
inspraakprocedures bij de voor
bereiding van struktuur- en be
stemmingsplannen, mits deze pro
cedures een experimenteel karakter
hebben (uittesten nieuwe inspraak
technieken e.d.)? Op welke wijze
denkt het College bij de voorbe
reiding van toekomstige planolo
gische maatregelen op deze nieuwe
subsidiemogelijkheid in te spe
len?
121. In de V.N.G. komt het probleem
van de stadsvernieuwing voort
durend aan de orde. In het pe
riodiek overleg met de Minis
ter en de Direkteur voor de
Stadsvernieuwing wordt steeds
weer benadrukt om subsidierege
lingen zodanig te ontwerpen en
toe te passen dat ze daadwerke
lijk toegankelijk zijn voor al
le gemeenten die met dit proces
in beduidende mate geconfron
teerd worden. Daarbij erkent
ook de V.N.G. de bijzondere po
sitie van de vier grote steden.
122. Wij hebben geen inzicht in de
omvang van de zgn. voorberei-
dingskosten bij andere gemeen
ten, te minder, daar de wijze
waarop plannen worden voorbe
reid per gemeente sterk ver
schilt.
(b.v. o.a. meer of minder in
spraak)
123. Van de inhoud van genoemd pers
bericht hebben wij kennis geno
men. Het ging daarbij om een
experimentele inspraakprocedu
re in de Gemeente Spijkenisse,
waarvoor een eenmalige bijdra
ge van 50.000,is toege
kend. Het is ons bekend dat al
leen bij inspraakprocedures die
een experimenteel karakter heb
ben en die voor de andere ge
meenten een leereffect hebben,
een bijdrage kan worden aange
vraagd. Hiertoe is een advies
commissie bij het Ministerie
van V. en R.O. in het leven ge
roepen (Cie. Centraalpunt in
spraak bij de Raad van Advies
voor de Ruimtelijke Ordening)
die het experimentele karakter
van inspraakprocedure beoor
deelt.