4-15 In de onderwijsparagraaf van het beleidsplan (p. 11-4-2) worden geen concrete mededelingen ge daan over de termijn, waarbinnen van de kant van de gemeente daad werkelijke initiatieven op het vlak van (de bevordering van) de ouderparticipatie en beheersvor men mogen worden verwacht. Kan het college over deze termijn en over de aard van de te verwach ten voorstellen nadere informa tie verstrekken? Onze fractie, die hierover in het verleden meer malen vragen heeft gesteld, ver trouwt erop, dat de afronding van de overlegprocedures terzake op korte termijn tegemoet kan worden gezien. F. Diversen. Is in voorkomende gevallen het overleggen van een jaarlijkse be groting (exploitatie) door bestu ren van bijzonder buitengewoon onderwijs in overeenstemming met het bepaalde in art. 185, 1e lid van het Besluit Buitengewoon Onder wijs 19é7? Wij hebben nog niet van al deze instellingen reacties ontvangen. Daarnaast is er in de loop van 1977 overleg op gang gekomen tussen de betrokkenen over de vorming van een gemeenschappe lijke schoolraad voor het kleu ter- en lager onderwijs. Dit overleg verkeert thans in het laatste stadium. Verwacht mag worden dat deze gemeenschappe lijke schoolraad binnenkort zijn beslag zal kunnen krijgen. De regeling zal U dan ter vaststel ling worden voorgelegd. Wij achten het gewenst de effec ten van deze nieuwe opzet af te wachten alvorens verdere stappen te ondernemen. Wel zullen wij in de "raamnota onderwijsbeleid", die wij ons voorstellen uit te brengen (zie antwoord op de vra gen 179 en 180) op deze onder werpen nader ingaan. 227. Naar wij aannemen wordt in de vraagstelling gedoeld op art. 186 of art. 189, 1e lid van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967. Inderdaad kan het gemeentebe stuur, op grond van wettelijke voorschriften, de nodige inlich tingen vragen aan de schoolbe sturen. Wanneer bij de gemeente geen gelijksoortige school of afdeling bestaat (voorbeeld Buitenschool, p.c.-school voor schipperskinderen, afdeling v.b.o. voor moeilijk lerende kinderen) mag de gemeente een begroting van te verwachten kos ten opvragen. Het lijkt ons niet mogelijk langs andere weg tot vaststelling van bedragen voor exploitatiekosten te komen. Uiteraard zal dan ook - na af loop van het kalenderjaar - rekening moeten worden gedaan van de werkelijke uitgaven, om te kunnen beoordelen of deze alle betrekking hebben op de school c.q. afdeling.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 310