wM 11-5 Pa 363» Is het college op de hoogte van het feit dat het KRIC het pand aan de Arendstraat in januari 1979 dient te verlaten? Is het college bereid te zoeken naar een ander pand voor het KRIC? R 364» Met betrekking tot de bij de S.O.S.-Telefonische Hulpdienst aan te stellen extra functiona ris werd de vraag gesteld wat de taak van deze functionaris zal zijn: coördinatie of hulp verlening. Gewezen werd in dit verband op een mogelijke pre cedent-werking: er zijn instellingen, die kam pen met een vacature-stop, en die uit eigen middelen een kracht aantrekken,, De raad vraagt zich af, waarom de R.M.D. in dezen niet om ad vies is gevraagd. Twee jaar ge leden heeft de raad nog over de S.O.S.-Telefonische Hulpdienst gesproken. Bij de behandeling van het beleidsplan 1978-1982 heeft de raad nog gesproken over maatschappelijk werkers bij andere instellingen dan het algemeen maatschappelijk werk. Op 26 januari 1978 is de sub sidieaanvrage van de Nederland se Vereniging tot Integratie van Homosexualiteit C.O.C. af deling Friesland m.b.t. deze Interim Rijksbijdrageregeling, voorzien van een positief ad vies van B. en doorgezon den aan het betreffende mini sterie. Bij brief van 28 maart 1978 heeft de staatssecretaris meegedeeld, dat het ingediende verzoek om een rijksbijdrage niet kon worden gehonoreerd omdat in het toewijzingsbeleid prioriteit werd verleend aan aanvragen van gemeenten voor welke via de huidige subsidie regelingen (vrijwel) geen rijksgelden ter beschikking ko men. In verband daarmee is het sub sidieverzoek afgewezen. 363. Wij zijn van dit feit op de hoogte. Inmiddels worden po gingen ondernomen om tot een andere huisvesting te komen. 364. Het werkterrein van de stich ting S.O.S.-Telefonische Hulp dienst omvat de gehele provin cie. De subsidiëring van deze instelling en daarmee ook de aanstelling van een tweede maatschappelijk werker bij de ze instelling t.b.v. het instel len van een 24-uurs dienst, is derhalve niet een zaak van al leen de gemeente Leeuwarden, maar van de vier grote gemeen ten in Friesland. De eventuele aanstelling van een 2e beroepskracht (op basis van een koppelsubsidie) hangt echter in eerste instantie af van de bereidheid van het Mini sterie van C.R.M. Daar dit ministerie de vraag heeft voorgelegd of wij (en de overige gemeenten) bereid zijn in de kosten van deze kracht mee te subsidiëren, gaan wij ervan uit, dat het ministe rie in dit geval kennelijk de vacaturestop niet van toepas sing verklaart.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 354