p K m 11-9 372. P 372. Volgens het jaarverslag van de G.S.D. 1976 studeren 10 uitvoe rende krachten voor de HBO op leiding maatschappelijk werk en enkele voor de middelbare beroeps opleiding. Bij de bespreking van deze kwes tie in het jaarverslag komt men tot de conclusie dat er richt lijnen terzake moeten worden vastgesteld, (pag. 4 jaarver slag 1976). Is er inmiddels een regeling tot stand gekomen? p 373. Is het college van mening dat een 373' aktief voorlichtingsbeleid van de G.S.D. t.b.v. onder andere toe komstige schoolverlaters, een onder deel behoort te zijn van het alge mene beleid van de G.S.D.? Zo ja, hoe denkt het college dan dit voorlichtingsbeleid te entame ren? Deze aangelegenheid .kan niet voor een dienst afzonderlijk geregeld worden, maar vormt een onderdeel van het totale gemeentelijk beleid op dit punt. De directeur van de G.S.D. heeft inmiddels een nota ter zake samengesteld, die geba seerd is op de situatie bij de ze dienst en ter sprake is ge weest in de Medezeggenschaps commissie van genoemde dienst. Bedoelde directeur hoopt ons binnen afzienbare tijd hierover te rapporteren. Wij zullen ons dan nader beraden over deze aangelegenheid.. Wij zijn inderdaad die mening toegedaan. In het kader van de reorganisatie van de Gemeente lijke Sociale Dienst is onder meer aandacht aan het punt voorlichting gegeven. Verder is bekend geworden dat er bij het Ministerie van C.E.M. wordt ge- experimenteerd met het gebruik van video-apparatuur voor des kundigheidsbevordering van het personeel en voorlichting naar buiten. In dit kader zijn twee films gemaakt, n.l. één over de bijstandverlening aan school verlaters en één over het ver loop van een aanvraag om bij stand. Pa 374. Hoe worden de criteria gehanteerd bij het verstrekken van uitkering aan een schoolgaande jongere, die van huis is weggelopen? Pa 375. Hoeveel maal per jaar wordt in het kader van de W.W.V. een zgn. strafuitkering gegeven? 475 Is het waar, dat deze strafuitke- ringen soms lager uitvallen dan de norm voor de A.B.W.? 374* Met name in gevallen als in de vraag genoemd, worden voor de toepassing van de Algemene Bij standswet de individuele omstan digheden en mogelijkheden be oordeeld. Genoemd kunnen worden: de leeftijd van de betrokkene, de omstandigheden die geleid hebben tot de breuk met de ou ders, het oordeel van de hulp verleningsinstantie, de moge lijkheden van een kinderbescher mingsmaatregel, het bestaan van leerplicht of de mogelijkheid tot deelneming aan het arbeids proces enzovoort. 375. In 1976 bedroeg het aantal ge vallen, waarin terzake van een W.W.V.-uitkering sanctie moest worden toegepast, 462, waarvan in 63 gevallen tot uitsluiting is overgegaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1978 | | pagina 358