- 2 -
Verordening.
De huidige verordening (van 1972) is reeds vele malen gewijzigd.
Nu de bepalingen inzake de heffing van het privaattonnenrecht kunnen
vervallen en overigens de verordening op enkele punten moet worden
aangepast, stellen wij IJ voor de huidige verordening te vervangen door
een nieuwe verordening, zoals U hierbij in ontwerp wordt aangeboden.
De Commissie voor de Dienst voor Reiniging en Brandweer is over
dit voorstel gehoord. In de Commissie voor de Financiën kunnen vier
leden zich met ons voorstel verenigen, terwijl twee leden een hoger
dekkingspercentage voor het huisvuilrecht voorstellen.
Overigens verwijzen wij U naar de ter inzage gelegde stukken.
Wij stellen voor de verordening op de heffing en invordering van
reinigingsrechten vast te stellen overeenkomstig het hierbij gaande ont-
werp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester,
W.J.G. Reumer Secretaris,
No. 16156
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 26 oktober
1978 (bijlage no. 417);
gelet op de artikelen 269,272, letter h en 277» eerste lid, onder b,
2e van de gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende
Verordening op de heffing en invordering van
reinigingsrechten
Belastbare feiten.
Artikel 1
Terzake van het genot van de diensten van de Dienst voor Reiniging
en Brandweer worden onder de naam van reinigingsrechten rechten geheven
overeenkomstig de volgende bepalingen.
Begripsomschrijving.
Artikel 2.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. "Hoofdbewoner of hoofdgebruiker" degene die, de feitelijke omstandig
heden in aanmerking genomen, als zodanig is aan te merken;
2. "laadkist": een aan de gemeente in eigendom toebehorend en door de
Dienst voor Reiniging en Brandweer ten behoeve van de inzameling van
huis- en/of bedrijfsvuil beschikbaar gesteld voorwerp;
3- "buitengewone dienst": een door de Dienst voor Reiniging en Brandweer
te verrichten dienst op een ander tijdstip dan waarop de normale
dienstverlening voor het perceel, ten behoeve waarvan de dienst
wordt gevraagd, pleegt te geschieden;
4. "perceel": zowel een gebouw als een afzonderlijk in gebruik zijnd
gedeelte van een gebouw;
5. voor de toepassing van artikel 4 wordt met een "perceel" gelijkgesteld
een woonwagen of een andere gelegenheid tot bewoning of verblijf in
gebruik, met uitzondering van vaartuigen;
6. "huisvuil": het vuil, dat afkomstig is van een huishouden, daaronder
begrepen tuinafval, emballage en andere grote stoffen;
7. "bedrijfsvuil"het vuil, afkomstig van bedrijven, instellingen, kan
toren, vrije beroepsuitoefening, enz.
Belastingplicht.
Artikel 3«
I. De rechten worden geheven:
1. voor de diensten, genoemd in artikel 4> onder I, sub 1 en 2, van de
hoofdbewoner/hoofdgebruiker van elk perceel in het gebied waarin de
dienstverlening plaats vindt, tenzij blijkt dat hij van de dienst
verlening geen gebruik maakt.