- 4 -
K. Open brief van het Fries Anti-Fascisme
Komitee d.d. 18 december 1978 betref
fende het gebruik van uniforme mel
dingsformulieren door de politie.
voorlichting op de lagere scholen
geschiedt door het plaatselijk
Drankweercomité en door het Na
tionaal Comité tegen Alcoholisme.
Voor wat betreft het verstrekken
van alcoholhoudende drank in sport
kantines, jeugdsociëteiten e.d.
merken wij op dat in die gelegenhe
den uitsluitend zwak-alcoholische
dranken mogen worden verstrekt.
Wij zullen er naar blijven streven
dat alcoholreclame in openbare ge
bouwen e.d. wordt verwijderd, resp,
niet wordt aangebracht.
Tijdens recepties, die vanwege de
gemeente worden gegeven, zijn reedsj
in ruime mate alcoholvrije dranken
voorhanden; een ruimer assortiment
zullen wij bevorderen en tevens
het gebruik van alcoholhoudende
drank verder beperken. Wij stellen
U voor het vorenstaande aan adres
sant mede te delen.
De Wethouders Eijgelaar en De Vries
zouden het beschikbaar stellen
van alcoholhoudende drank geheel
willen beëindigen.
De Burgemeester is van mening dat
het registreren van bepaalde ken
merken van personen die worden ver
dacht van het plegen van een mis
drijf niet kan worden opgevat als
een vorm van discriminatie. Ook
het gebruik van de geregistreerde
gegevens geeft geen aanleiding tot
de veronderstelling dat bepaalde
personen of groepen van personen
zouden worden gediscrimineerd. Bo
vendien wordt met de geregistreer
de gegevens de uiterste zorgvuldig
heid betracht.
In dit verband zij opgemerkt dat
door de politie geen inlichtingen
omtrent personen aan derden worden
verstrekt. Gelet op de antwoorden
van de Minister van Binnenlandse
Zaken van 3 mei 1978 op vragen van
Kamerleden naar de o.m. in
Leeuwarden gebruikte inlichtingen
formulieren en voorts omdat de
vastlegging van de betreffende ge
gevens in.de eerste plaats een
hulpmiddel voor de politie is bij
haar opsporingstaak, acht de Bur
gemeester zich niet gerechtigd ovei
die formulieren nadere informatie
te verstrekken.
Brief d.d. 8 januari 1979 van de Gewes
telijke Raad voor Friesland van het
Landbouwschap met betrekking tot het
advies van de gezamenlijke landbouwor
ganisaties inzake de Nota Alternatieven
Streekplan Friesland.
In dat verband mag nog worden ge
wezen op het antwoord dat de Minis
ter van Justitie 18 december 1978
heeft gegeven op vragen van het
lid in de Tweede Kamer, de heer
Zeevalking: "De vraag naar de in
houd van politieregisters en de
schoning daarvan maakt, evenals
het gebruik van die registers voor
andere dan opsporingsdoeleinden,
deel uit van een studie die thans
wordt verricht door de ambtelijke
werkgroep die tot taak heeft
voorstellen te doen voor een nadere
wettelijke regeling van de politie
registers, in het bijzonder met
betrekking tot de bescherming van
de persoonlijke levenssfeer".
Voorgesteld wordt het advies van
de gezamenlijke landbouworganisa
ties te betrekken bij de beraad
slagingen, die in de Raadsvergade
ring van 19 (en 20) februari 1979
zullen plaatsvinden omtrent de
Nota Alternatieven Streekplan
Friesland.