-2-
Jiaar is ook de medewerking van de provinciale- en rijksoverheid
jmontbeerlijk.
2.2. De woningmarkt.
geconstateerd moet worden, dat het zonder onderzoek onmogelijk is
pen duidelijk beeld te krijgen van de totale woningmarkt. Aangezien een
diergelijk onderzoek ontbreekt wordt volstaan met een grove benadering,
bie voor een deel is gebaseerd op subjectieve waarnemingen. Er moet
mierbij onderscheid worden gemaakt tussen de deelmarkten voor huur- en
koopwoningen.
A. de huurmarkt.
De verhuurders, in hoofdzaak de plaatselijke corporaties, wijzen zelf
standig de woonruimte toe, waardoor het onmogelijk is een exact beeld
te vormen van de huurmarkt.
Een deel van de aanbodzijde kan worden afgeleid uit de toevoeging
door nieuwbouw en de onttrekkingen als gevolg van o.a. sanering.
In 1977 zijn van de 448 gereedgekomen woningen 241 aan de huursector
toegevoegd, doch in 1978 was dit nihil, hetgeen uiteraard consequenties
heeft gehad voor de doorstroming binnen die huursector.
Aan de vraagzijde kan slephts een indruk worden verkregen van het aan
tal vragers in de categorie één- en tweepersoonshuishoudens in de
leeftijd vanaf 18 jaar. Voor deze groep is namelijk onlangs in samen
werking met de zes plaatselijke corporaties een centrale registratie
bij het gemeentelijk woningbedrijf ingesteld. De resultaten hiervan
wijzen in de richting van een toename van de vraag op deze deelmarkt.
In begin 1978 stonden ca. 2000 woningzoekenden geregistreerd, maar
begin novemher van dat jaar was het aantal gestegen tot 3220. Daarvan
hadden ca. 1100 reeds de beschikking over woonruimte. Geconstateerd
kan worden dat het lage productieniveau van de jaren 1977 en 1978 in
hoofdzaak dit tekort heeft veroorzaakt.
Overigens is de huisvestingssituatie van deze categorie in studie bij
de in 1976 ingestelde Stuurgroep één- en tweepersoonshuishoudens. In
opdracht van deze stuurgroep heeft de Nationale Woningraad een onder
zoek ingesteld, waarvan de resultaten zijn neergelegd in het onlangs
verschenen rapport. De stuurgroep heeft haar werkzaamheden onlangs
afgerond en haar bevindingen, conclusies en voorstellen neergelegd in
een beleidsadvies.
Tenslotte kan worden gesteld dat de huurmarkt de afgelopen periode mede
onder druk heeft gestaan als gevolg van:
- de toename van het aantal werkende en studerende jongeren:
- de herhuisvesting van bewoners uit stadsvernieuwingsgebieden:
- de daling van de woningproductie.
B- de koopmarkt.
Ook op deze deelmarkt is het niet goed mogelijk de ontwikkelingen op
de voet te volgen, aangezien op gemeentelijk niveau geen verzameling
van gegevens plaatsvindt.
De algemene indruk is dat de prijzen in de bestaande bouw in de af
gelopen periode van ongeveer een jaar zijn gestabiliseerd, terwijl de