tv-;"
- 4 -
1.1.1. Doorstroming.
Het zal duidelijk zijn dat het doorstromingsmechanisme in de huidige
situatie op de woningmarkt niet voldoende werkt, *0 omdat de nieuw-
bouwproduktie tot een zeer laag niveau is gedaald. In 1977 werden
slechts 448 woningen aan de woningvoorraad toegevoegd, terwijl voor
het jaar 1978 de produktie rond de 230 woningen ligt. Daar komt nog
bij dat in 1978 geen huurwoningen zijn opgeleverd. Voor 1979 en 1980
zal als gevolg van een inhaaleffect een niveau van naar verwachting
meer dan 1000 woningen worden bereikt, zodat een deel van de opgelopen
achterstanden in de woningproduktie kan worden weggewerkt. Hierdoor
zal waarschijnlijk een verhoogde verhuisaktiviteit ontstaan, waardoor
mogelijk geschikte woonruimte voor kleine huishoudens binnen de bestaan
de woningvoorraad vrij komt.
De meningen in de stuurgroep over het al dan niet functioneren van het
doorstromingsmechanisme en het mogelijke effect voor de huisvesting
van kleine huishoudens, zijn verdeeld.
Zij die wel vertrouwen in de doorstroming hebben voeren de volgende
argumenten aan:
1Uit het onderzoek blijkt dat de vraag zich concentreert op goedkope
huisvesting. De huur- en koopprijzen in de nieuwbouw sluiten niet
bij het vraagpatroon aan. Het toewijzen van nieuwbouw-woningen aan
woningzoekenden die goedkope huisvesting achterlaten en de nieu-
bouw wel kunnen betalen, dient daarom te worden bevorderd.
2) Een groot aantal statistisch gemeten "grote" woningen voldoet niet
meer aan de huidige eisen voor bewoning door grotere gezinnen, zodat
deze (eventueel na renovatie) in aanmerking komen voor huisvesting
van kleine huishoudens;
3) Om de volgende redenen is met het bouwen van kleine woningen voor
zichtigheid geboden;
a) Ook bij de categorie kleine huishoudens (een of twee personen)
bestaat een groeiende behoefte aan ruimte.
b) Bij een eventueel overschot aan grote woningen kunnen deze voor
kleine huishoudens worden besterad.
In de tegenovergestelde situatie leent een kleine woning zich
moeilijk voor de huisvesting van grotere gezinnen (flexibiliteit
woningvoorraad)
c) In de praktijk blijkt dat aanbod van grote huur- en koopwoningen
in de laagbouw een hoog doorstromingsrendement ten gevolge heeft.
Bij een gericht toewijzingsbeleid kan daardoor een herverdeling
van de woningvoorraad mogelijk worden.
i) Uit gegevens van de plaatselijke corporaties en het Gemeentelijk
Woningbedrijf blijkt dat niettemin 41% van alle toewijzingen aan
de categorie een- en tweepersoonshuishoudens heeft plaatsgevonden.
Zij die geen vertrouwen in de werking van het doorstromingsmechanisme
hebben voeren de onderstaandeargumenten aan:
1 De beperkte stijging van de lonen, weerhoudt mensen te verhuizen
naar duurdere woningen in zowel de koop- als de huursector.
De steeds toenemende bouwprijzen, alsmede de stijging van de bij
komende lasten (fiscale maatregelen, verzekeringspremies e.d.
stelt nog slechts een afnemende groep in staat een woning in de
nieuwbouw te kopen. Voor de huursector resulteert de toename van
de bouwprijzen in een toename in de aanvangshuren.
2) De nieuwbouw in het belangrijkste uitbreidingdgebied van Leeuwarden
(Camminghaburen) is niet zo zeer gericht op de doorstroming.
(wervend karakter).
3) De doorstroming van goedkoop naar duur wordt meestal slechts bereikt
door een reeks verhuizingen, zodat de goedkoopste woningen, waarvoor
in de groep kleine huishoudens veel belangstelling bestaat, slechts
vertraagd beschikbaar komen.
4) Er ontbreekt een gericht toewijzingsbeleid.
Aangezien het al dan niet kiezen voor doorstroming samenhangt met de
keuze van het aantal te bouwen kleine woningen voor de komende jaren
zal bij de paragraaf over de nieuwbouw hier verder op worden ingegaan.
T. 1.2. Splitsing van woningen.
Naast de doorstroming biedt de bestaande woningvoorraad nog de moge
lijkheid om woonruimte te splitsen in kleinere wooneenheden. In de
Leeuwarder situatie kan daarbij onder andere worden gedacht aan de
grote "splitlevel"-flats in Bilgaard en Lekkumerend. Er is reeds
toestemming tot het splitsen van 15 flats. Een probleem hierbij is
echter voldoende flats ter beschikking te krijgen bij een woningmarkt
situatie die door krapte wordt getypeerd. Het aantal grote splitlevel-
flats bedraagt 396, zodat door splitsing maximaal 39& woningen aan de
woningvoorraad kunnen worden toegevoegd.
In de huidige krappe woningmarktsitustie acht dè stuurgroep het niet
verantwoord de in gang gezette ontsplitsing van duplex-woningen (dubbel
bewoonde woningen) op grote schaal voort te zetten. Van de 117 duplex-
woningen (234 wooneenheden) van de gemeente zijn er inmiddels 48 samen
gevoegd, zodat er nog 69 woningen zijn onderverdeeld in twee wooneen
heden. De Woningstichting Leeuwarden-Leeuwarderadeel heeft in haar
woningbestand 50 duplexwoningen (100 wooneenheden) die nog niet zijn
samengevoegd.
De stuurgroep is zich er van bewust dat deze duplex—woningen in ge
splitste toestand negatieve eigenschappen hebben.
3.1.3' Verbouw van gebouwen tot woningen.
Naar de mening van de Stuurgroep zijn de mogelijkheden om in Leeuwarden
woningen aan de woningvoorraad toe te voegen door de verbouw van b.v.
pakhuizen en kloosters ten behoeve van kleine huishoudens zeer gering.
Niettemin zal de gemeente allert moeten zijn ingeval zich een dergelij
ke mogelijkheid aandient.