No. 7354
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 23 mei 1979»
(Bijlage no. 230
BESLUIT:
A. Aan de Stichting Opus '78 gevestigd te Leeuwarden,
I. voor het tijdvak, eindigende op 31 december 2030, het recht van op
stal te verlenen op de voor het bouwen van een verenigingsaccommoda
tie t.b.v. het Leeuwarder Jeugd-, Tamboer-, Pijper- en Lyra Corps te
Leeuwarden benodigde grond ter grootte van plm. 270 m2, kadastraal
bekend gemeente Huizum, sectie A, nr. 3132 ged.en gelegen in de on
middellijke nabijheid van de sporthal Nijlan, zulks onder de navolgen
de bedingen:
1. voor het opstalrecht is generlei vergoeding, hoe ook genaamd, aan
de gemeente Leeuwarden verschuldigd;
2. de begrenzing van het perceelsgedeelte, waarvoor het recht geldt,
zal ter plaatse worden aangegeven door de landmeetkundig ambtenaar
van de Dienst Stadsontwikkeling van de gemeente Leeuwarden;
3alle op de verlening van het opstalrecht vallende kosten, daaron
der begrepen die van de levering van een afschrift van de akte van
opstal t.b.v. het gemeente-archief en die van de verrichtingen van
de landmeetkundig ambtenaar, bedoeld onder 2, komen voor rekening
van de opstalhoudster;
4. dp opstalhoudster aanvaardt de grond in de staat en toestand, waar
in deze zich ten tijde van het passeren van de akte van opstal be
vindt, met alle lusten, lasten, plichten, erfdienstbaarheden, enz.,
daartoe van ouds en met recht behorende, zonder dat de gemeente
Leeuwarden, behoudens terzake van uitwinning en hypotheek, jegens
de opstalhoudster tot enige vrijwaring is gehouden;
5. het onderhoud van de grond en alle van de grond met opstallen ge
heven wordende en nog te heffen lasten en belastingen komen vanaf
de datum van het verlijden van de akte van opstal voor rekening van
de opstalhoudster;
6. zonder voorafgaande toestemming van Burgemeester en Wethouders van
Leeuwarden is het verboden over te gaan tot overdracht van het op
stalrecht;
7. bij het einde van het opstalrecht op 31 december 2030 - dan wel
op een later tijdstip bij een eventuele verlenging van dit recht -
vergoedt de gemeente Leeuwarden de waarde van de door de opstal
houdster gestichte verenigingsaccommodatie;
de te vergoeden waarde wordt door Burgemeester en Wethouders van
Leeuwarden en de opstalhoudster in onderling overleg vastgesteld
naar de staat, waarin de opstal zich bevindt bij het einde van het
opstalrecht;
indien hierover binnen een maand na het einde geen overéénstemming
wordt verkregen, geschiedt de waardevaststelling door drie deskun
digen, waarvan binnen twee maanden na dat einde één wordt benoemd
door Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden en één door de op
stalhoudster, waarna de derde door de twee aldus benoemde deskun
digen wordt aangewezen binnen drie maanden na dat einde;