Artikel 5.
1. Indien een exploitant medewerking van de gemeente wenst te verkrijgen
voor het in bouwexploitatie brengen van grond, dient hij een verzoek
schrift tot de gemeenteraad te richten.
Bij het verzoekschrift dienen in ieder geval te worden gevoegd:
a. een nauwkeurige omschrijving van de in bouwexploitatie te brengen
grond
b. gegevenswaaruit blijkt dat de exploitant de eigendom van de in
exploitatie te brengen grond heeft verkregen of kan verkrijgen;
c. gegevens omtrent de te bouwen opstallen.
2. De exploitant wordt door Burgemeester en Wethouders eenmaal in de
gelegenheid gesteld de in het vorige lid bedoelde gegevens alsnog te
verstrekken of aan te vullen, zulks onverminderd de bevoegdheid van
Burgemeester en Wethouders te allen tijde terzake dienende gegevens en I
bescheiden op te vragen.
3. De gemeenteraad beslist omtrent het verzoekschrift binnen zes maanden
na de dag waarop het verzoekschrift is ontvangen. De gemeenteraad kan
zijn beslissing met ten hoogste zes maanden verdagen.
Artikel 4.
1. De gemeente verleent slechts medewerking aan het in bouwexploitatie
brengen van grond krachtens een overeenkomst, waarvan een notariële
akte wordt opgemaakt.
2. De medewerking behoeft niet te worden verleend, indien:
a. de in bouwexploitatie te brengen grond niet is gelegen in een
gebied waarvoor een bestemmingsplan geldt;
b. het in bouwexploitatie brengen van grond zou leiden tot strijd
met de door artikel 48 en artikel 50 van de Woningwet beschermde
belangen;
c. het in bouwexploitatie brengen van grond ten gevolge zou hebben,
dat ten laste van de gemeente kosten zouden komen als bedoeld in
artikel 9» welke, verminderd met de eventueel door anderen als
bijdrage in deze kosten in de gemeentekas gestorte gelden, hoger
zijn dan de bijdrage die de exploitant tengevolge van deze ver
ordening aan de gemeente verschuldigd is;
d. het in bouwexploitatie brengen van grond anderszins te grote
kosten of bezwaren met zich zou brengen, met name ten aanzien van
het doeltreffend voorzien in riolering, watervoorziening, openbare
verlichting, toezicht en openbare diensten;
e. het in bouwexploitatie brengen van grond, hoewel overeenkomstig een
bestemmingsplan, anderszins zou leiden tot strijd met de belangen
van een stelselmatige, doeltreffende uitbreiding van de bebouwing;
f. de exploitant niet bereid is de grond, bestemd voor openbare en
bijzondere gebouwen aan de gemeente over te dragen, tegen een in
onderling overleg met de gemeente vast te stellen prijs;
g. de aanvraag onvolledig of onduidelijk is ten gevolge van het ver
strekken van onjuiste of onvolledige gegevens door de aanvrager.
- 3 -
5. De beslissing op een verzoek om medewerking kan worden aangehouden,
indien de exploitatie-opzet, die ten grondslag ligt aan de berekening
van het ten laste van de exploitant vallende aandeel in de kosten
van voorzieningen van openbaar nut, nog niet is vastgesteld dan wel
moet worden herzien. In dat geval stelt de gemeenteraad, indien geen
weigeringsgrond als in het tweede lid vermeld van toepassing is, een
termijn vast, waarbinnen in de vaststelling of de herziening van de
exploitatie-opzet moet zijn voorzien. Burgemeester en Wethouders
zenden een afschrift van het besluit tot aanhouding met vermelding
van de in de vorige zin bedoelde termijn aan de exploitant.
Artikel 5.
De overeenkomst, bedoeld in artikel 4» houdt bepalingen in omtrent:
a. de aard en de omvang van de werken welke de gemeente in verband met
de in de overeenkomst bedoelde exploitatie zal uitvoeren;
b. het afstaan door de exploitant aan de gemeente van de grond bestemd
voor de aanleg van de in artikel 2 onder 1 genoemde werken, vrij van
opstallen - met inbegrip van de zich in de grond bevindende resten,
zoals funderingen, leidingen en kabels -, in volle en vrije eigendom;
c. de ten laste van de exploitant komende bijdrage als bedoeld in
artikel 11
d. de tijdsduur waarbinnen de in de overeenkomst begrepen gronden in
exploitatie moeten zijn gebracht en moeten zijn bebouwd.
Artikel 6.
1Voor de medewerking van de gemeente aan het in bouwexploitatie brengen
van grond is vereist dat de exploitant de hem toebehorende gronden,
gelegen in het gebied dat hij in exploitatie wil brengen en bestemd
voor de aanleg van de in artikel 2, onder 1, genoemde werken, in volle
en vrije eigendom en vrij van opstallen - met inbegrip van de zich
in de grond bevindende resten, zoals funderingen, leidingen en kabels -
afstaat aan de gemeente.
2. De betreffende overdracht geschiedt door overschrijving van de in
artikel 4» eerste lid, bedoelde akte in de registers.
Artikel 7.
1Alvorens medewerking kan worden verleend aan het in bouwexploitatie
brengen van gronden, stellen Burgemeester en Wethouders met inacht
neming van het bepaalde in de artikelen 8, 9 en 10 een exploitatie-
opzet vast voor een daarin bepaald exploitatiegebied. Tenminste één
maal per jaar zullen Burgemeester en Wethouders nagaan, of de optreden
de loon- en prijswijzigingen alsmede renteverliezen c.q. -winsten
aanleiding geven de exploitatie-opzet te herzien.
2. Omtrent een exploitatie-opzet dan wel een herziene exploitatie-opzet
horen Burgemeester en Wethouders de commissie voor het Grondbedrijf.
5. De vastgelegde of herziene exploitatie-opzet wordt binnen 14 dagen
na het besluit van Burgemeester en Wethouders, voorzien van de
nodige toelichting, ter kennisneming gezonden aan Gedeputeerde Staten.
1L~