- 6 -
De Commissie wordt daarom ook in het kader van de beleidsvoorbereiding
reeds vanaf het eerste stadium ingeschakeld in de procedure. Nadat de
werkverbanden/funktionele raden de inventarisatie gereed hebben, waarbij
ook wensen en behoeften van instellingen, groeperingen en de bevolking
integraal worden weergegeven (dus zonder daar een afweging en beoordeling
aan te koppelen) formuleren B. en W. op grond daarvan en mede gelet op de
analyse van bestaand beleid een adviesaanvrage inzake de inventarisatie
en de vertaling daarvan in beleidsuitgangspunten. Het moet dan tot de taak
van de Commissie gerekend worden om B. en W. op grond daarvan met name te
adviseren over de uitgangspunten die voor het welzijnsbeleid gehanteerd zou
den moeten worden.
Met in aanmerking neming van dit advies kunnen B. en W. vervolgens de in
ventarisatie vaststellen en een voorstel doen inzake beleidskeuze en priori
teitenstelling, dat dan via de Commissie voor We]zijnsaangelegenheden aan
de raad ter vaststelling wordt voorgelegd.
In de latere stadia van de procedure zal de Commissie op overeenkomstige
wijze bij de beleidsvoorbereiding worden ingeschakeld en in tweede instan
tie de Raad adviseren omtrent de voorstellen die door B. en W. ter beslis
sing aan de Raad worden voorgelegd.
Ten aanzien van de coördinerende taak van de Commissie kan het volgende wor
den opgemerkt. Indien er meerdere werkverbanden naast elkaar bestaan, die
zich elk in het kader van verschillende rijksbijdrageregelingen en/of in
het kader van <?dn rijksbijdrageregeling richten op een bepaalde sector, dan
zullen de resultaten daarvan toch tot één op elkaar afgestemd geheel moeten
worden gebundeld.
Deze coördinatie en het aangeven van samenhang, ook t.a.v. de beleidsuit
gangspunten, behoort tot de adviserende bevoegdheid van de Commissie.
6. Openbaarheid.
Tot slot nog enkele opmerkingen over de openheid en openbaarheid in de plan
ningsprocedure.
De vergaderingen van de funktionele raden, die een belangrijke rol krijgen,
zijn openbaar, zodat een ieder op da.t niveau niet alleen voldoende in staat
moet worden geacht zijn inbreng te leveren, maar tevens de voortgang daarvan
kan volgen. Verder is er op het terrein van de Commissie voor Welzijns-
aangelegenheden (afgezien van de bestaande mogelijkheden buiten de plannings
procedure) de mogelijkheid dat de Commissie betrokkenen raadpleegt en ter
toelichting uitnodigt. Voorts is de mogelijkheid geschapen om de ver
gaderingen van de Commissie waarin in de wisselwerking met B. en W. aan de
beleidsvoorbereiding inzake de welzijnsplanning wordt deelgenomen, openbaar
te doen zijn. Ten overvloede zij er oo gewezen, dat de voorbereiding door
B. en W. van de zaken die in de Commissie aan de orde komen, niets afdoet
aan het feit, dat alle gegevens die daaraan ten grondslag liggen (met name
de door het p.i. geleverde inbreng) ter kennis van de Commissie worden
bracht.