No. 3305
NE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 maart
1979 (bijlage no. 106);
BESLUIT:
m te stemmen met de ontwerp gemeenschappelijke regeling Regio Eriesland-
Noord, met inachtneming van het gestelde in de brief van 9 januari 1979
no. 79002 van het Dagelijks Bestuur van de Regio Leeuwarden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
voorzitter.
Secretaris.
Herschikken van de funktie peuterleidster bij de Stichting Buurtwerk
Wielenpolle naar de Stichting Sociaal Kultureel Werk voor de Jeugd te
Leeuwarden (S.S.K.W.J.L.).
Bijlage no. 107 - Leeuwarden, 1 maart 1979*
Aan de Gemeenteraad.
De besturen van het Centraal Orgaan Leeuwarden en de Stichting So
ciaal Kultureel Werk voor de Jeugd te Leeuwarden hebben zich bij brieven
van 10 januari en 1 februari j.l. tot ons college gewend met het verzoek
tot een herschikking te mogen overgaan in hun beider personeelsformatie.
Deze herschikking betreft de funktie van peuterleidster in de wijk
WielenpSlle, welke functie van de Stichting Buurtwerk Wielenpolle - één
van de zgn. zelfstandige eenheden van het C.O.L. - zou moeten worden over
geheveld naar de S.S.K.W.J.L.
Aanleiding tot de voorgestelde herschikking is gelegen in de ontwik
kelingen van het afgelopen jaar in de Wielenpolle. In dit verband zijn
een tweetal oorzaken aan te wijzen die verband houden met de huidige, als
onwerkbaar gekwalificeerde situatie in dit gebied. Enerzijds betreft dit
de door de bewonersorganisatie erkende verslechtering van de buurt, het
geen de leefbaarheid binnen de buurt ernstig aantast, anderzijds de sterke
doorstroming en de kleinschalige geïsoleerde buurtsituatie die oorzaak
zijn van het ontbreken van een buurtkader dat uitvoering kan geven aan de
voorgenomen aktiviteiten. Een en ander heeft geleid tot spanningen in de
buurt die uitmondden in een hoog ziekteverzuim van de daar werkzame beroeps
krachten.
Samen met de bewonersorganisatie hebben C.O.L. en S.S.K.W.J.L. gecon
stateerd dat in de gegeven situatie een hoofdaccent in het beroepsmatig
werken met buurtbewoners gelegd moet worden op relationele aspecten. Wij
kunnen ons in deze gedachtengang vinden en stellen U voor dit als volgt
te verwezenlijken.
De huidige functie van assistent-jeugdleidster (d.i. de formele
functieomschrijving van de peuterleidster) die ingevolge de rijkssubsidie
regeling samenlevingsopbouw op titel van "opbouwwerk in bijzondere si
tuaties" bij het C.O.L. is aangehaakt, wordt ondergebracht bij de
S.S.K.W.J.L. en omgezet in die van sociaal cultureel werker (functie
omschrijving: buurtwerkleider).
Daarmee kan worden bevorderd, dat de betreffende functionaris op het
kruispunt van de verschillende relaties een vertrouwenspositie in de buurt
gaat bekleden en vanuit die hoedanigheid de buurtbewoners thuis opzoekt
en samen met de bewonersorganisatie en medewerkers uit de buurt activi
teiten ontwikkelt.
Voor specifieke vraagstukken die raakvlakken hebben met opbouwwerk en
maatschappelijk werk kan door de functionaris een beroep gedaan worden op
beroepskrachten van resp. het C.O.L. en de Stichting Maatschappelijke
Dienstverlening, die in het gebied werkzaam zijn en blijven.
Met betrekking tot de verdere uitwerking van het voorstel merken wij
het volgende op.
Met medeweten en instemming van de huidige peuterleidster, die reeds lang
durig met ziekteverlof is, wordt een ontslagprocedure voorbereid. De lei
ding van het peuterwerk is gedurende de ziekteperiode van de medewerkster
verzorgd door een kracht in het kader van de Interimmaatregel Jeugdige
Werklozen. Wij zijn van mening, dat, evenals in alle andere peuterspeel
zalen, ook hiér door middel van een tijdelijke kracht een adequate peuter-
opvang kan worden gerealiseerd.