Uitkering-ineens; wijzigen van de Bezoldigingsverordening i960.
Bijlage no. 325 Leeuwarden, 26 juli 1979.
Aan de Gemeenteraad.
Het Centraal Orgaan heeft de aangesloten gemeenten aanbevolen voor
het personeel in dienst der gemeenten overeenkomstige salarismaatregelen
te treffen als die welke voor het rijkspersoneel zijn vervat in de cir
culaires van de Minister van Binnenlandse Zaken d.d. 6 april 1979»
no. 764» en d.d. 19 april 1979» no. 815 (salarismaatregelen per 1 mei
1979 en uitkering-ineens over de maanden januari tot en met april 1979).
Het betreft hier de trendverhoging per 1 januari 1979 van 2,2%, met een
minimum van 38,50 en een maximum van 76,39 per maand, met daarop toe
gepast een korting van, al naar gelang het salarisniveau, 0,3 tot 0,7
alsmede de verwerking van de nacalculatietrend 1978.
Deze aanbeveling is onderwerp van overleg geweest met de centrales
van overheidspersoneel en ook ter sprake geweest in het centrale overleg
met het Centraal Orgaan. Omdat drie van de vijf centrales, om overigens
verschillende redenen, de voorstellen van de Minister van Binnenlandse
Zaken hebben afgewezen, was het voeren van plaatselijk overleg noodzake
lijk. De plaatselijke Commissie voor Georganiseerd Overleg heeft meege
deeld dat de bij die centrales aangesloten ambtenarenorganisaties met
betrekking tot de door de lagere organen te nemen overeenkomstige maat
regelen eveneens bezwaren hebben, doch zich niet willen verzetten tegen
de technische verwerking van bedoelde maatregelen in de Bezoldigingsver
ordening i960.
Onder mededeling dat de stukken voor U ter inzage zijn gelegd, stel
len wij U voor over te gaan tot vaststelling van bedoelde ontwerp-beslui-
ten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
Burgemeester, J. ten Brug
loco
Secretaris L.P.A. van Kats
loco