De geraamde bestedingen voor de jaren 1980, 1981 en 1982 bedragen meer
dan de groei van de budgettaire ruimten voor die jaren. Dat de jaren
1980 en 1981 desondanks niet met nadelige saldi sluiten houdt verband
met de aanwezigheid van een begrotingsoverschot voor het jaar 1979. In
1982 is geen sprake meer van een aanzienlijk begrotingsoverschot van
een vorig jaax; terwijl verder een aanmerkelijke lagere groei van de
budgettaire ruimte ten opzichte van 1981 ongunstig werkt. De bestedingen
voor de jaren 1983 en 1984 zullen naar verwachting lager zijn dan de
groei van de budgettaire ruimten. Hierdoor kan het jaar 1984 met een ba
tig saldo worden afgesloten.
Bij het opstellen van de ramingen van de inkomsten is uitgegaan van een
verhoging van de huisvuilrechten op basis van de stijging van het prijs
indexcijfer voor de gezinsconsumptie (reeks weknemersgezinnen)Dit in
tegenstelling tot het beleid volgend het beleidsplan 1979-1983, waarin
rekening is gehouden met een tot 65% oplopende dekking van de kosten van
de huisvuilophaaldienst inclusief de lasten van de nieuwbouw van de huis
vesting voor Reiniging. Door deze systeemwijziging vallen de inkomsten
ongeveer 370.000,per jaar lager uit. Voor wat betreft de opbrengst
van de onroerendgoedbelastingen wordt opgemerkt, dat de "inflatiecorrec
tie" niet ten volle van de zakelijk gerechtigden kan worden geheven. De
opbrengst is per categorie belastingplichtigen namelijk gebonden aan een
maximum dat wordt afgeleid uit het geraamde van de opbrengst van de al
gemene uitkering uit het gemeentefonds, exclusief de opbrengst van de
factor sociale zorg. Verhoging van het tarief met de gebruikelijke jaar
lijkse trend zou voor 1980 een doorbreking van het plafond voor de cate
gorie zakelijk gerechtigden met 306.000 betekenen en voor 1984 een
doorbreking van dit plafond met 735*000,Wij menen de lagere heffing
van de zakelijk gerechtigden niet te moeten compenseren door een hogere
belastingheffing van de gebruikers van het onroerend goed.
Wij hebben moeten constateren dat de nadelige financiële gevolgen van Be
stek '81 zich vooral zullen manifesteren in beperking en vertraging van
investeringssubsidies en in verminderde nieuwbouw van scholen.
Onder de inkomsten is een aantal posten opgenomen, waarvan het niet ze
ker is, dat deze zullen kunnen worden gerealiseerd. Wij noemen hierbij
de verhoging van de doeluitkering voor de politie en de bijdrage van
het rijk in de kosten van de schooladviesdienst.