FV 79/U 510 d.d. 21-6-1979) 1) 6,5 5,5 1) 5 5
4« Rente over nieuwe investeringen.
1-10
3. Aanpassing tarieven voor retributies en belastingen.
De algemene gedragslijn voor art. 12—gemeenten, waaraan wij ons voor
wat betreft de gebruikelijke verhogingen van de retributies en belastingen
plegen te conformeren, is, dat de geconstateerde prijsstijging overheids
consumptie respectievelijk prijsstijging nationale bestedingen over enig
jaar in het daarop volgende jaar leidt tot een overeenkomstige aanpassing
van de retributies respectievelijk belastingen. Door ons zijn in de begro
ting 1980 de volgende veronderstellingen in procenten aangehouden:
retributies belastingen
1979 1980 1979 1980
- door ons gehanteerde veronder
stellingen 3,5 5,5 5 4,5
- overheidstarievenbeleid (Circu
laire F 7 9/u 1737 d.d. 23-7-1979) 1) 3> 5 3>5 n.v.t. n.v.t.
- redelijk peil eigen inkomsten
art. 12 gemeenten (Circulaire
1vergelijking met vorig jaar
Aangezien de loon- en prijsontwikkeling over 1979 nog niet exact is vast
te stellen, kunnen wij thans nog niet overzien in hoeverre de voor 1980
"toegestane" verhogingen voor de retributies e.d. voldoende zijn om de
loon- en prijsstijgingen op te vangen. Wij merken op dat de belastingen
niet onder het overheidstarievenbeleid vallen.
Op de functionele posten in de begroting is de rente voor nieuwe investe
ringen gebaseerd op 7-f Inmiddels heeft zich een kentering voorgedaan
in de rentestand. Op volgnr. 357/1 in de gemeentebegroting hebben wij
over de onrendabele investeringen een rentecorrectie van 1-J- geraamd.
In begroting en beleidsplan is dus feitelijk uitgegaan van een rentevoet
van 9%. Voorts wordt verwezen naar het onder 1.3» gestelde met betrekking
tot het instellen van een rentefonds.