1-12
Dit kan niet eerder plaats vinden dan nadat door de Raad voor de investe
ringen kredieten beschikbaar zijn gesteld en deze door Gedeputeerde Sta
ten zijn goedgekeurd. Dit houdt in dat voor het netto-investeringsprogram
ma voor 1980 (ruim 44,8 miljoen) geldleningen tot een gelijk bedrag moe
ten worden afgesloten. Wij stellen ons voor de Raad in de loop van dit
jaar een machtiging te vragen voor het aangaan van geldleningen in 1980
ter financiering van het investeringsprogramma voor dat jaar. Wij kunnen
dan snel reageren op bepaalde situaties op de kapitaalmarkt.
1Opzet en indeling van het beleidsplan.
Bij het samenstellen van de ontwerp-begroting en het ontwerp-beleidsplan
is in grote trekken dezelfde werkwijze gevolg als in de afgelopen jaren.
Bij de voorbereiding is in eerste instantie door de gemeentelijke dienster
en secretarie-afdelingen uisluitend gewerkt aan ontwerp-begrotingen en
een ontwerp-beleidsplan op basis van ongewijzigd beleid. Vervolgens zijn
deze stukken toegezonden aan de voor de verschillende beleidssectoren
ingestelde werkgroepen, aan de functionele raden en aan de commissies van
advies en bijstand voor de verschillende takken van dienst. De werkgroe
pen, raden en commissies hebben daarna voorstellen tot beleidswijzigingen
kunnen doen. Het resultaat van voortgezet ongewijzigd beleid en van de
voorstellen tot beleidswijzigingen tezamen heeft onderwerp van bespreking
uitgemaakt in de werkgroep meerjarenramingen en vervolgens in ons colle
ge.
De diverse voorstellen hebben wij beoordeeld uit een oogpunt van voorge
staan beleid, binnen de mogelijkheden van een sluitend beleidsplan.
Op het resultaat van onze overwegingen, die hebben geleid tot de stukken
die wij U hierbij in ontwerp doen toekomen, zijn wij in zijn algemeenheid
ingegaan in onderdeel B van dit hoofdstuk van het ontwerp-beleidsplan.
In de primitieve ontwerp-begroting voor 1980 is het ongewijzigd beleid
geraamd, terwijl in de wijzigingen daarvan de beleidswijzigingen zijn sa
mengevat. In hoofdstuk II van het ontwerp-beleidsplan, dat is verdeeld
in 15 paragrafen, wordt per beleidssector aangegeven welk beleid voor de
jaren 1980 t/m 1984 door ons wordt voorgesteld.
De financiële consequenties zijn in de vorm van een staat aan het eind
van elke paragraaf aangegeven.
Als bijlagen nrs. I t/m IV zijn aan het ontwerp-beleidsplan toegevoegd
overzichten m.b.t. de geraamde aantallen personeelsleden, de investe
ringen, de subsidies en het verloop van reserves en fondsen.