H-4-7 op het basisonderwijs, een leerlingenberekening per school tot 1985-1986 is vastgesteld. De recruteringsgemeenten blijken door hun mate van gerichtheid op het onderwijs in Leeuwarden als 'schil len* rond de onderwijskern Leeuwarden te liggen, waarbij de afstand de bepalende factor is. Vergelijking van de geraamde aantallen leer lingen in het schooljaar 1982-1983 met de feitelijke scholenpopula ties van 1974-1975 toont aan, dat slechts 7 van de 23 in het onder zoek betrokken scholen met een leerlingendaling rekening hebben te houden, terwijl de andere scholen in die periode juist nog een lichte groei blijven vertonen. Vooral het voorbereidend wetenschappelijk- en het hoger algemeen voortgezet onderwijs nemen nog in betekenis toe door stijgende leerlingenaantallen. Na 1982-1983 valt daarentegen voor alle scholen een forse daling te verwachten. Het totale leer- lingenpotentieel van 12 tot en met 18-jarigen zal dan namelijk vol gens de laatste schattingen met 20 a 25% inkrimpen. Huisvesting. Eind 1978 zijn circulaires namens de ministeries van Onderwijs en Wetenschappen, Binnenlandse Zaken en Financiën aan de gemeentebe sturen verzonden, waarin ombuigingsmaatregelen met betrekking tot de materiële voorzieningen van het kleuter- en lager onderwijs wer den aangekondigd. Inmiddels is een noodwet k.o./l.o. in voorberei ding waarmee de regering wil trachten de toenemende leegstand van lokalen af te remmen. Als belangrijkste punten uit het voor-ontwerp van deze wet kunnen worden genoemd: a. Nieuwbouw en in bepaalde gevallen verbouw van scholen voor kleu teronderwijs en lager onderwijs worden m.i.v. 1 januari 1979 onder worpen aan de goedkeuring van de minister van Onderwijs en Weten schappen. Vertraging van de bouwplannen ten gevolge van deze maat regel is onvermijdelijk. Verder moet worden gerekend met de mogelijk heid, dat voor sommige plannen geen goedkeuring wordt ontvangen, zodat vermoedelijk verschillende oude scholen en gymnastieklokalen niet kunnen worden vervangen. b. De stichtingskostenvergoeding kan worden gedifferentieerd naar bouwaard en naar het feit of de nieuwbouw is bedoeld ter vervan ging van een oude school of er sprake is van uitbreiding. De om vang van de financiële consequenties van deze maatregel kan op dit moment niet worden getaxeerd. c. Bij het gewoon lager onderwijs wordt overgegaan op een zgn. capaci teitsvergoeding. Dat wil zeggen dat voortaan rijksvergoeding zal

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 187