II-14-2
Er zal van alle betrokkenen veel gevergd worden teneinde plan en
programma tijdig gereed te krijgen.
2Vormings- en Ontwikkelingswerk voor volwassenen.
De Rijksbijdrageregeling Plaatselijk Vormings- en Ontwikkelingswerk
voor Volwassenen is per 1 januari 1979 opgenomen in de Rijksbijdra
geregeling Sociaal-Culturele Activiteiten. De rijksbijdrage
welke op grond van de laatstgenoemde rijksbijdrageregeling kan worden
verkregen is gebaseerd op de ontvangen rijksmiddelen ingevolge diver
se rijkssubsidieregelingen in 1978. Aangezien wij in 1978 geen bijdrage
op grond van de Rijksbijdrageregeling Vormings- en Ontwikkelingswerk
hebben ontvangen, impliceert dit dat in de rijksbijdrage op grond van
de Regeling Sociaal-Culturele Activiteiten geen rekening zal worden
gehouden met middelen voor plaatselijk vormings- en ontwikkelingswerk.
Omdat deze werksoort voorziet in een grote behoefte en derhalve voor
onze gemeente behouden zal moeten blijven, zal de huidige financiële
opzet voor deze werksoort gewijzigd dienen te worden. Gelet daarop
hebben wij getracht andere financieringsbronnen voor dit werk aan te
boren. Naar het zich laat aanzien bestaat er een mogelijkheid de Stich
ting "Het Baken" onder de noemer "Voortgezet Onderwijs/Onderwijs aan
Volwassenen" - een nieuw directoraat van het Ministerie van Onderwijs
en Wetenschappen - bij deze activiteiten in te schakelen. Voorshands
nemen wij aan, dat het vormings- efi ontwikkelingswerk voor volwasse
nen binnen Het Baken kan worden uitgevoerd zonder extra financiële
steun van de gemeente. Mede om te voorkomen, dat uitvoering van de
werkzaamheden zou stagneren indien bovengenoemde verwachtingen niet
geheel kunnen worden gerealiseerd, komt het ons wenselijk voor een
stelpost van 50.000,op te nemen.
Wanneer Het Baken voor deze werksoort uitvoerende taken op zich kan
gaan nemen, houdt dit tevens in, dat de Stichting Samenwerkingsverband
Vormings- en Ontwikkelingsverk van Volwassenen zich uitsluitend kan
gaan toeleggen op de funktie van bestuurlijk coördinatiepunt, zoals
in het kader van het Educatief Plan aan laatstgenoemde Stichting is
toebedeeld. Uiteraard brengt dit kosten met zich mee, zoals admini
stratiekosten, bestuurskosten en andere organisatiekosten.
Daarvoor is het noodzakelijk dat dit coördinatiepunt kan beschikken
over een eigen budget.
In hoeverre er ook ondersteuning door een (part-time) funktionaris
bij dit coördinatiepunt gerealiseerd kan worden zal afhangen van ver
dere besprekingen die worden gevoerd met de participanten in de