_x
No. 17676
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
overwegende, dat het wenselijk is het bestemmingsplan "De Magere Wei
de" gedeeltelijk te herzien;
dat daartoe het ontwerp-bestemmingsplan "1e gedeeltelijke herziening
De Magere Weide", vergezeld van een toelichting, met ingang van 22 okto
ber j.l., gedurende een maand ter gemeente-secretarie voor een ieder ter
inzage heeft gelegen;
dat tegen het ontwerp-plan geen bezwaren zijn ingebracht;
dat hij, onder het overnemen van de motivering opgenomen in het hisi
na genoemde voorstel van Burgemeester en Wethouders, van oordeel is dat
bij de vaststelling van het plan dient te worden afgeweken van het ontwe
zoals dit ter visie heeft gelegen;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 29 november
1979 (Bijlage nr. 531
BESLUIT
-onder het overnemen van de motivering opgenomen in het hiervoor bedoel
de voorstel van Burgemeester en Wethouders-
I. het bestemmingsplan "1e gedeeltelijke herziening De Magere Weide"
zoals dit is vervat in de bij dit besluit behorende voorschriften,
vast te stellen, welk plan op de volgende punten afwijkt van het ont
werp, dat ter visie heeft gelegen
1. de zinsnede "kunnen vrijstelling verlenen" in artikel 13» lid 2
(nieuw) is gewijzigd in "verlenen vrijstelling";
2. na het woord "meten" in artikel 13a onder a (nieuw) is de punt
komma gewijzigd in een komma, waarna de volgende zinsnede is toe
gevoegd "terwijl het aantal bouwlagen niet meer dan 3 mag be
dragen;
3. artikel 15» 3e lid (nieuw) wordt als volgt aangevuld:
"Deze vrijstelling wordt in elk geval verleend indien het detail
handel betreft, zoals is bedoeld in het tweede lid van artikel 15
van deze planvoorschriften.
II. de toelichting op het onder I bedoelde bestemmingsplan, aan te vullen
met een punt IV, zoals is aangegeven in de bij dit besluit behorende
bijlage
Aldus vastgesteld in de openbare ver
gadering van
Voorzitter.
Secretaris.
Behorende bij raadsbesluit nr.: 17676
TV. Toelichting on artikel 13, lid 2 (nieuw) en 15. lid 3 (nieuw).
Ingevolge vaste jurisprudentie van de Kroon is een algemeen detail
handelsverbod bij bedrijfsbestemmingen niet toegestaan. De Kroon stelt
zich namelijk op het standpunt dat, in die gevallen waarin dit aanvaard
baar en niet ongebruikelijk is, een beperkte verkoop in het klein moet
worden geoorloofd indien dit enkel en alleen plaats vindt als niet zelf
standig onderdeel van de toegelaten bedrijven. Hierbij moet worden gedacht
aan verkoop van goederen die in het toegelaten bedrijf worden geproduceerd
of vervaardigd.
Het is niet wenselijk om het detailhandelsverbod voor deze vorm van
kleinhandel niet van toepassing te verklaren, aangezien dan pas een con-
tröle achteraf mogelijk is.
Door het opnemen van een vrijstellingsmogelijkheid die Burgemeester
en Wethouders imperatief moeten toepassen indien het detailhandel betreft
als hierboven bedoeld, wordt bereikt dat een toetsing vooraf kan plaats
vinden.
Een dergelijke vrijstellingsbepaling is opgenomen in de artikelen
13, 2e lid en 15, 3e lid van de nieuwe planvoorschriften.
Leeuwarden, 29- november 1979»