- 2 - van deze schuld wordt, totdat zij is afgelost, jaarlijks op 31 de cember rente op rente bijgeschreven, berekend naar hetzelfde percen tage als geldt voor de geldleningen; 8. wijst de verlies- en winstrekening van de N.V. over enig jaar een winstsaldo aan, dan zal de N.V. ter voldoening van een schuld als bedoeld onder 7 aan de gemeente betalen een bedrag gelijk aan die schuld, of, zo deze hoger is dan het winstsaldo, tot een bedrag van het winstsaldo; 9. de N.V. verbindt zich tot meerdere zekerheid van de terugbetaling van al hetgeen de Gemeente uit hoofde van de garantie mocht te vorderen krijgen van de N.V. op eerste aanzegging van de Gemeente, aan de Gemeente het recht van eerste hypotheek te verlenen op de onroerende goederen welke met de geldleningen zijn verkregen tot een maximaal bedrag, gelijk aan het maximale schuldrestant van de geldlening van in totaal 2.425.835»vermeerderd met de rente van dit bedrag over twee jaar en het lopende jaar, alsmede de kosten, deze laatste posten begroot op 530.000,alzo in totaal een bedrag groot maximaal 2.955.835, 10. de N.V. is verplicht de aan de geldlening en de aan de garantie-over eenkomst verbonden voorwaarden stipt na te komen; 11. de Gemeente zal, zolang de in deze overeenkomst bedoelde geldlening niet geheel is afgelost en daarenboven hetzij de gemeente terzake van de verleende garantie een vordering op de N.V. heeft als bedoeld in punt 7 van dit besluit en welke vordering niet is verrekend als aange geven in punt 8 van dit besluit en/hetzij de N.V. in gebreke blijft één of meerdere van de overige bepalingen van dit besluit na te leven, het recht hebben om alle bezittingen van de N.V. ten behoeve waarvan de geldlening is gesloten met de op die bezittingen rustende lasten en verplichtingen en alle schulden der N.V. voorzoveel die ten behoe ve van die bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nemen tegen een vergoeding ten bedrage van het voor de verwerving en instandhou ding van die bezittingen aangewende deel van het eigen vermogen der N.V., benevens eventueel een naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders billijke vergoeding voor liquidatiekosten; 12. op verzoek van Burgemeester en Wethouders worden door hen aangewezen ambtenaren in de bestuursvergaderingen van de N.V. als waarnemers toegelaten. Indien zodanig verzoek door Burgemeester en Wethouders is gedaan, zendt de N.V. tijdig voor de vergaderingen de convocaties met agenda's en alle overige bijbehorende stukken aan deze waarnemers toe; 13» alle kosten en renten, vallende op het afsluiten van de garantieover eenkomst en op de eventuele hypotheekvestiging, komen ten laste van de N.V.; 14. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, zolang de in de garantieover eenkomst bedoelde geldlening niet geheel is afgelost, zo nodig met de N.V. nadere voorwaarden overeen te komen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Zerordening onroerend-goedbelastingen (1 januari 1980). Bijlage nr. 552 Leeuwarden, 6 december 1979- Aan de Gemeenteraad. In ons voorstel tot vaststelling van de Verordening onroerend-goedbe lastingen per 1 januari 1979 (bijlage nr. 402 d.d. 26 oktober 1978) hebben wij reeds aangekondigd voor het belastingjaar 1980 te komen met een voor stel tot vaststelling van een nieuwe verordening. Zoals bekend worden in de gemeente de belastingen berekend naar de heffingsgrondslag "waarde in het economische verkeer". Ingevolge Uw be sluit van 10 december 1973 hebt U destijds besloten de heffingsgrondslag "waarde" te baseren op de waarde op de peildatum 1 .januari 1974 en deze gedurende de volgende vijf belastingjaren te blijven toepassen (5 jaren is de maximaal toegestane termijn waarvoor deze grondslag mag gelden). In vol gende besluiten is dit principe steeds gehandhaafd. Met ingang van 1 januari 1980 moeten de belastingen derhalve naar een andere peildatum worden berekend. In ons genoemd voorstel hebben wij reeds vermeld, dat de waarden thans zullen worden berekend naar de peildatum 1 januari 1979» De hieraan verbonden hertaxatiewerkzaamheden zijn nu prak tisch afgerond. De resultaten van de nieuwe heffingsgrondslagen zijn niet alleen van belang voor de tariefiëring, doch hebben ook gevolgen op de onderlinge ver houding in belastingdruk tussen de verschillende soorten onroerende goede ren. Uit de resultaten blijkt, dat de sti.jging van de verkoopwaarden voor de verschillende soorten onroerende goederen zeer uiteenlopen. In het hier na volgende overzicht is een en ander uitgewerkt: waarden waarden categorie 1 jan. 1979 1 jan. 1979 verschillen voor her na her in waardering waardering ja. WONINGEN: woningwetwoningen 234.310.000 472.600.000 101 ,7 particuliere woningen 750.190.000 1.462.900.000 95 totaal a 984.500.000 1.935.500.000 96,5 [b. NIET-WONINGEN: industrie 165.000.000 228.000.000 38,2 zakenpanden 188.000.000 372.000.000 97,9 kantoren 140.500.000 225.500.000 60,5 bijzondere bebouwing 386.500.000 (scholen enz.) 285.000.000 35,6 Diversen: spoorwegen, agrarische objecten, 60 bouwgronden 213.500.000 342.000.000 totaal b 992.000.000 1.554.000.000 57 TOTAAL-GENERAAL 1.976.500.000 3.489.500.000 76,5 Uit het overzicht blijkt, dat de waardestijging voor alle categorieën te zamen 762 bedraagt. Geconstateerd kan ook worden, dat er een aanmerkelijk verschil optreedt in de waardeontwikkeling van de woningen ten opzichte van de niet-woningen (industrie, handel en nijverheid enz.).

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 86