96O milj. 49% 7.46O.OOO,— 49i 15.05O.OOO,— 15.050.OOO,- 960 milj. 49i 7.46O.OOO,— 49h 8.64O.OOO,— 54,7 15.050.OOO,— - 2 - Het blijkt, dat de gemiddelde stijging van de verkoopwaarden tussen 1 januari 1974 en 1 januari 1979 bedraagt voor: a. woningen 9&i b. niet-woningen 57 De verschillen in groeipercentages hebben tot gevolg, dat de belas tingdruk voor de gebruikers en eigenaren van de woningen toeneemt, terwijl de belastingdruk voor de gebruikers en eigenaren van de niet-woningen even redig afneemt. In bedragen uitgedrukt krijgen we het volgende overzicht: Categorie totaal-waarden opbrengsten 1 jan.'79 voor her waardering 1 jan.'79 na herwaar dering 1979 voor her waardering 1979 na herwaar dering a. woningen b. niet-woningen 970 milj. 50% 1935 milj. 55 1555 milj. 45 7.590.000,— 50i 8.275.000.- 55 6.775.000,- 45 1.930 milj. 3.490 milj. De verschuiving in belastingdruk als gevolg van de ongelijke ontwikk ling van de verkoopprijzen van onroerend goed is niet alleen een plaatse lijke omstandigheid. Landelijk is een identieke problematiek te constatece: Dit geldt zowel voor gemeenten die als heffingsgrondslag de economische vei' koopwaarde hanteren als de gemeenten die de aanslagen berekenen naar de op pervlaktemaatstaf. Verhoudingsgewijs is de belastingdrukverschuiving in Leeuwarden geringer dan in b.v. het westen van het land. Dat er een verschuiving in belastingdruk optreedt is naar onze mening inherent aan het systeem, neergelegd in de verordening en het Besluit ge meentelijke onroerend-goedbelastingen. De belastingdruk volgt de waarden-ont wikkeling van het betreffende onroerend goed. Het is irreëel er van uit te gaan, dat de waardeontwikkeling voor elk onroerend goed gelijkmatig verloop en dat de belastingdrukverschillen onderling dus gelijk blijven. Er vindt bij dit systeem een voortdurende verschuiving in belastingdruk plaats tus sen de verschillende soorten onroerend goed. De stormachtige ontwikkeling van de verkoopprijzen op de woningmarkt gedurende de laatste jaren is er de oorzaak van, dat de belastingdruk op woningen onevenredig is toegenomen. Een plotselinge sterke stijging in belastingdruk zou in de toekomst kunnen worden vermeden door te herwaarderen met kortere tussenperioden. 3p deze wijze wordt dus sneller op de marktontwikkeling ingespeeld. Wij stellen U voor de periode waarvoor de heffingsgrondslag naar de peildatum 1 januari 1979 geldt, toe te passen voor maximaal 3 belastingjare (1980 t/m 1982) en dit in de verordening vast te leggen (zie artikel 6 van de ontwerp-verordening)Afhankelijk van de ontwikkeling op de markt zul] 9: wij zo nodig een voorstel doen deze termijn te wijzigen. Tarieven: De huidige tarieven bedragen: a. voor de gebruikers 7,60 (33%) per volle 3-000, van de waarde; b. voor de eigenaren 15,70 (67%) per volle 3.000, van de waarde. - 3 - Yoor 1980 moeten de tarieven worden aangepast in verband met de her- axaties en met de stijging van lonen en prijzen. Uitgaande van de opbrengst over 1979, de stijging daarvan in verband iet nieuwbouw, verbouw enz. en de stijging van het loonden prijsniveau is toot 1980 een opbrengst van 15.800.000,geraamd. Zonder rekening te houden met de wettelijke limieten zou de nieuwe opbrengst voor de eigenaren rond 11.000.000,en voor de gebruikers f 5.125.000,bedragen. Aangezien de opbrengst voor de eigenaren niet hoger mag zijn dan 15% an de algemene uitkering uit het gemeentefonds (minus kosten sociale zorg), -c15% van 71 .167.520,is 10.675.000. is de raming voor de eige- laren tot dit bedrag teruggebracht (limiet-opbrengst)Q De limiet voor de gebruikers bedraagt 12% van de genoemde uitkering lit het gemeentefonds, derhalve 12% van 71.167.520,is 8.540.000, Je opbrengst voor de gebruikers blijft dus ruim binnen de limiet. Het totaal van de waarden c.q. eenheden van 3*000,per 1 januari 980 wordt geraamd: u voor de gebruikers op 3.443.000.000,(afgerond 1.148.360 eenheden van 3-000, voor de eigenaren op 3-537-000.000,(afgerond 1.179*215 eenheden van 3.000, Hieruit resulteren de volgende tarieven: gebruikers 5.125.000.is 4,45 per volle 3-000, 1.148.360 0. eigenaren 10.675.000.is 9-05 per volle 3.000, 1.179.215 De verhouding in tarief tussen de gebruiker 4,45 is 33%) en de igenaar 9,05 is 67%) blijft dus gelijk aan de huidige. Wij stellen U oor deze tarieven voor het belastingjaar 1980 vast te stellen. Aan de hand van de tarieven hebben wij de verdeling tussen de opbreng- ten van de woningen en niet-woningen voor 1980 opnieuw berekend en verge- eken met de huidige verdeling (1979 voor herwaardering). In het hierna olgende overzicht vindt U dit als volgt weergegeven: ategorie totaal-waarden opbrengsten 1979 voor her waardering 1980 na herwaar dering 1979 voor her waardering -1980 na herwaar dering woningen b. niet-woningen 970 milj. 50i 1930 milj. 54,7 1600 milj. 45,3 7.590.000,— 50è 7.160.000,— 45,3% 1 5.800.000,— Uit deze opstelling blijkt dus, dat de gebruikers en eigenaren van wo ningen in 1980 gezamenlijk 1.180.000,meer moeten opbrengen ten opzich te van 1979 en dat de gebruikers en eigenaren van de niet-woningen gezamen- ijk 430.000,minder moeten opbrengen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 87