-2-
Omtrent de feitelijke aanvoer van vuil zal voldoende zekerheid moeten worT
den verkregen, alvorens een definitieve beslissing over stadsverwarming
kan worden genomen. Het laat zich aanzien, dat die zekerheid niet voor
medio 1981 kan worden verkregen.
Ter ondersteuning van het project zijn een drietal hulpwarmteketels
gepland, waarvan één bij de vuilverbrandingsinstallatie, één bij de Lek-
kumerweg en één in Camminghaburen. De beide eerstgenoemden zullen op gas
worden gestookt en die in Camminghaburen grotendeels op olie.
Bij de opzet van het distributienet is uitgegaan van inpandige lei
dingen. Een andere wijze van aanleg zal tot hogere kosten leiden.
Werkgebied.
De berekeningen van de K.E.M.A. zijn ondermeer gebaseerd op een aan
tal in Camminghaburen aan te sluiten woningen van 3.670. Dit aantal zal
vermoedelijk niet meer dan 3 «000 kunnen bedragen. Tevens zijn de ruim
1.500 woningen in 't Heechterp en Lekkumerend (evenals in 1978) in de plan
nen opgenomen. Voorts is nu bovendien rekening gehouden met de aansluit-
mogelijkheid van een aantal industrieën en bijzondere gebouwen, die in
de nabijheid van de vuilverbrandingsinstallatie zijn gelegen.
Brandstofbesparing.
Volgens het vorige plan kon een brandstofbesparing worden bereikt van
rond 11 miljoen m3 gas ten opzichte van conventionele c.v. en elektrici
teitsopwekking.
In het huidige rapport is de brandstofbesparing becijferd op 13»5
miljoen m3 gas (-equivalent).
Financiële aspecten.
De uitkomsten van het huidige plan verschillen slechts weinig van die
van het vorige plan. Ook nu zal er in een aanloopperiode van ongeveer 8
jaar een exploitatie-verlies optreden, dat op contante basis is berekend
°P f 3>9 miljoen. Na 1989 zal de exploitatie een overschot te zien geven,
waarna in 1997 de aanloopverliezen kunnen zijn terugverdiend.
De uitkomsten zijn evenwel gebaseerd op 8rente. Bij 9% rente bedraagt!
het totale aanloopverlies 5>1 miljoen. Bij nadere uitwerking van de cijfers
kunnen nog verschillen optreden; dit zal zich in elk geval voordoen tenge
volge van de daling van het aantal aan te sluiten woningen van 3^670 in
Camminghaburen naar 3.000.
Naar onze mening zal, alvorens tot stadsverwarming wordt besloten, van
de regering een toezegging moeten zijn verkregen omtrent een financiële bij
drage, waarmee de risico's voor de aanleg van stadsverwarming tot aanvaard
bare proporties zijn teruggebracht. Wij wijzen er in dit verband op, dat in
een deel van Camminghaburen reeds een aardgasnet is aangelegd. Indien de aan
leg in het overige deel van Camminghaburen achterwege blijft dient de vraag
onder ogen te worden gezien of dit gebied voor de N.V. Frigas tot een onren
dabele exploitatie leidt.
Organisatie
Door inschakeling van de vuilverbrandingsinstallatie wordt de gemeente
nauwer bij stadsverwarming betrokken dan bij het vorige plan, waarbij het
P.E0B0 de hoofdwarmte-leverancier zou zijn. De vorm waarin een eventueel
stadsverwarmingsbedrijf het beste kan worden uitgeoefend dient nog nader
te worden bestudeerd.
Resumerende kan worden gesteld, dat stadsverwarming in combinatie met
de gemeentelijke vuilverbrandingsinstallatie tot een belangrijke energie
besparing leidt.
Indien U zich in principe met het nieuwe plan kunt verenigen zullen
wij opdracht geven tot verdere uitwerking en detaillering van de aan dit
project verbonden aspecten en tevens streven naar het verkrijgen van zo
concreet mogelijke gegevens omtrent het werkelijk te verwachten vuilaan—
bod, overheidssubsidies e.d.
Onder mededeling, dat de Commissie van Advies en Bijstand voor het
Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf zich met de verdere uitwerking van het
plan kan verenigen stellen wij U voor ons hiertoe te machtigen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer
Secretaris.