Verzoeken om medewerking ingevolge artikel 72 van de Lager-onderwijswet
1920 en artikel 50 van de Kleuteronderwijswet.
Bijlage nr. 22. Leeuwarden, 21 december 1979*
Aan de Gemeenteraad.
Van het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Kleuteronderwijs
te Leeuwarden en van het bestuur van de Vereniging voor Protestants
Christelijk kleuter- en lager onderwijs te Leeuwarden-Zuid zijn aanvragen
als bedoeld in artikel 50 van de KIeuteronderwijswet, respectievelijk ar
tikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920, om medewerking voor het treffen
van voorzieningen en/of het aanschaffen van materialen ingekomen.
De onder 1 en 2 in het hierbij gaande ontwerp-besluit genoemde aanvragen
geven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. M.b.t. het in het ont-
werp-besluit onder 3 t/m 7 genoemde dient het volgende ter toelichting.
ad. 5, 4 en 5.
Het schoolbestuur is voornemens de huidige methode "Boeiend rekenen", de
biologiemethode "Wij en de Natuur" en de leesmethode "Nieuwe leesvormen"
te vervangen omdat volgens zijn mededeling deze methoden verouderd zijn,
waardoor bij vernieling en slijtage geen nieuwe exemplaren kunnen worden
aangeschaft.
In aanmerking nemende, dat de onderhavige methoden reeds meer dan 10 ja
ren bij de school in gebruik zijn, zijn wij van oordeel dat er in casu
sprake is van een aanschaf ter vervanging van leer- en hulpmiddelen die
tengevolge van langdurig gebruik niet meer gebruikt kunnen worden.
Indien tengevolge van de ouderdom boekjes zijn versleten of vernield,
zal uiteraard een methode worden aangeschaft die meer up to date is. De
vergoeding bedoeld in artikel 101 van de Lager-onderwijswet 1920 is onder
meer hiervoor bedoeld.
Nu blijkens het verzoek van het schoolbestuur in het verleden regelmatig
vervanging van methoden achterwege is gebleven kan daaraan niet het recht
worden ontleend om langs de weg van artikel 72 der wet een nieuwe inrich
ting met leer- en hulpmiddelen aan te schaffen.
Gelet op het bepaalde in artikel 75 tweede lid, van de Lager-onderwijs
wet 1920 dient de gevraagde medewerking te worden geweigerd.
ad. 6
Uit de door ons ingewonnen ambtsberichten is gebleken dat de vloerplanken
in de lokalen goed aaneensluiten. De vloeren kunnen daardoor goed worden
onderhouden zodat zich geen hygiënische problemen behoeven voor te doen.
Met betrekking tot de wel geconstateerde open ruimten tussen de vloeren
en de onderkant van de houten plinten langs de muren merken wij op dat
die euvel langs betrekkelijk eenvoudige weg kan worden verholpen.
Aangezien de onderhavige vloeren in goede staat verkeren en zeker goed
schoon zijn te houden moet in casu worden geoordeeld, dat het aanbrengen
van nieuwe, naadloze bedekking over deze vloeren de normale eisen, aan
het geven van lageronderwijs te stellen, zou overschrijden.
Op grond van het bovenstaande menen wij dat de gevraagde medewerking dient
te worden geweigerd.