Nr. 8166.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 12 juni 1980 (bijla
ge nr. 25A);
gelet op artikel 168 van de Gemeentewet, artikel 6 van de Wegenverkeerswet,
artikel 83 aanhef en onder F van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens en
artikel 20, tweede lid, van de Wet op de Motorrijtuigenbelasting 1966;
BESLUIT:
I. de Parkeer- en parkeergeldverordening 1978 te wijzigen als volgt:
A. Artikel 1 onder h wordt gelezen als volgt:
h. abonnementhouder: degene die ingevolge een krachtens deze verordening
verleend parkeerabonnement ontheven is van de verplichting om bij het
parkeren op een parkeerterrein of op een parkeerplaats bij een parkeer-
meter de daarop geplaatste parkeerapparatuur in werking te stellen, als
mede van de verplichting zich te houden aan de maximale parkeerduur wel
ke voor het betreffende parkeerterrein of de betreffende parkeerplaats
geldt.
B. Artikel 10 wordt gelezen als volgt:
1. Burgemeester en Wethouders kunnen een parkeerabonnement op daartoe strek
kende schriftelijke aanvraag verlenen aan:
a. de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die woont in een gebied
dat op zonekaart A met een rode, oranje of gele kleur is aangegeven;
b. de eigenaar of houder van een motorvoertuig die een bedrijf of beroep
uitoefent in het op zonekaart A met een rode, oranje of gele kleur
aangegeven gebied en aantoont dat het in het belang van die bedrijfs-
of beroepsuitoefening noodzakelijk is dat motorvoertuig te parkeren
op een in het tweede lid bedoeld(e) parkeerterrein of parkeerplaats
bij een parkeermeter
2. Een ingevolge het eerste lid verleend parkeerabonnement geldt voor één
van de terreinen die op zonekaart D met een lichtpaarse kleur zijn aange
geven dan wel voor een door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen weg
of weggedeelte.
C. Artikel IA, eerste lid onder b wordt gelezen als volgt:
b. indien aan de in het gebied waarop het parkeerabonnement of de parkeer-
vergunning betrekking heeft, gelegen parkeerterreinen en wegen of wegge
deelten de bestemming voor parkeerdoeleinden in de zin van artikel 20,
tweede lid, letter c, van de wet wordt ontnomen.