9-1 Par. 9. Economische Aangelegenheden. A. Algemeen. In welke sociaal-economische positie verkeert ons land momenteel naar de mening van het college? Heeft het college het voornemen om een sociaal-vestigingsstatuut op te stellen, waardoor de greep van de gemeente op de economiscne sector m.b.t. het te voeren sociaal beleid versterkt wordt en een selectief wervingsbeleid van nieuwe werk gelegenheid mogelijk wordt gemaakt? Heeft het college overwogen om de wenselijkheid te onderzoeken van-een gemeentelijk bouwbedrijf, waardoor de greep van de gemeentelijke overheid op de woningbouw vergroot en de mogelijkheid van prijscontrole verbeterd wordt? 292. Wij menen te moeten volstaan met een verwijzing naar de door de regering hieromtrent gemaakte opmerkingen in de Troonrede en de Miljoenennota 1981 en de overigens hieromtrent door verschillende instellingen re centelijk gepubliceerde nota's en studies. 293. Wij zijn niet voornemens een sociaal- vestigingsstatuut voor Leeuwarden op te stellen. Wij zijn van mening dat de diverse wettelijke maatregelen op sociaal gebied voldoende waarbor gen bieden. Daarnaast heeft het gemeentebestuur nog voldoende instrumenten om vesti ging van bedrijven, waarvan situering op een bepaalde plaats in Leeuwarden vanwege milieu- of andere redenen ongewenst zou zijn, te kunnen verhin deren. 29L. Zoals reeds bij vorige beleidsplannen kenbaar is gemaakt, zijn wij, nog af gezien van de formele voetangels en klemmen, welke waarschijnlijk de op richting van een gemeentelijk bouw bedrijf in de weg zullen staan, van mening dat een activiteit zoals hier bedoeld, niet behoort tot de gemeen telijke taak. Wij"hebben derhalve niet overwogen de wenselijkheid van een gemeentelijk bouwbedrijf te onderzoeken. B. Werkgelegenheid De werkloosheid in onze gemeente vertoont een sterke stijging en het hele beeld laat een verslechtering zien ten opzichte van de rest van Nederland Terecht merkt het college op dat "een dergelijke ontwikkeling strijdig is met de doelstellingen van het regionale beleid van de rijksover heid" Maar wat stelt het college zich concreet voor om de rijksoverheid haar beloften en toezeggingen te laten nakomen? 295. Wij zullen waar mogelijk de Rijks overheid, hetzij als individuele ge meente, hetzij in samenwerking met anderen, voortdurend blijven wijzen op deze discrepantie en het Rijk her inneren aan zijn verantwoordelijk heid en zijn beleidsvoornemens in dezen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 107