15-6
Onder het hoofdstukje "Rentecorrectie
nog aan te trekken geldleningen
(volgnr. 644/1)" merkt U op, dat
momenteel voor zowel lang als voor
kort geld een rente van 10 verschul
digd is. U voegt daaraan toe dat het
"verantwoord is rekening te houden
met enige rentedaling in de toekomst".
In verband daarmee hebt U de rente
voor een deel van de financierings
behoefte op 9| en voor het overige
op 9 geraamd. Waarop is Uw
verwachting inzake een rentedaling als
hiervoor bedoeld gebaseerd?
Kan het college ook inzicht geven in
zijn verwachting omtrent rentedaling
in de toekomst?
In de laatste regel van pag. 1-14-5
staat o.a. het aangaan
van geldleningen".
Kunt U een indicatie geven over de
grootte van deze bedragen?
De risico-reserves bedragen
17.000.000,Is een bedrag van
60,a 75,per inwoner niet
een aanvaardbare norm? Dan zal
5 tot 6 miljoen voldoende zijn.
432/ In de afgelopen jaren hebben steeds
433. fluctuaties plaats gevonden in de
rente. Zo varieerde de rente
in 1976 van 8 1/2% tot 10 1/4%;
in 1977 van 8 1/4% tot 8 3/4%
in 1978 van 7 7/8% tot 8 3/4%
en 1979 van 8 1/4% tot 9 3/4%
Bij het opstellen van de meerjaren
ramingen vertoonde de rente een nei
ging tot daling. Echter heeft deze
daling in het verdere verloop van
1980 weer plaats moeten maken voor
een stijging. Gelet echter op de
rentefluctuaties in de afgelopen
jaren meenden wij dat een rente-ont
wikkeling, zoals door ons gedacht
tot de mogelijkheden behoorde.
Mocht echter blijken dat de rentera
ming niet reëel is, dan zullen de
hieruit voortvloeiende nadelige fi
nanciële consequenties in de eerst
volgende bijstelling van het be
leidsplan worden meegenomen.
434. Evenals voorgaande jaren zullen wij
aan het eind van dit jaar de raad
voorstellen ons te machtigen voor
de financiering van nieuwe kapitaal
uitgaven en onderhanden zijnde wer
ken en voor de consolidatie van vlot
tende schuld vaste geldleningen aan
te gaan. Voor 1981 betreft dit een b
drag aan geldleningen van ten hoog
ste 40 miljoen, waarin voor de con
solidatie van vlottende schuld een
bedrag van ongeveer 20 miljoen be
grepen is.
435. Toen in 197-0 de algemene risicore
serve is gevormd, is hiervoor een
bedrag van 8.000.000,-- afgezon
derd. De algemene reserves van een
aantal takken van dienst en van de
Algemene dienst zijn toen opgeheven.
Het bedrag van 8.000.000,-- was
samengesteld uit een drietal be
standdelen te weten 1.500.000,--
voor risico's verbonden aan het uit
lenen van gelden en het garanderen
van leningen, 5.000.000,-- voor
investeringsrisico1s en ƒ1500.000--
voor bijzondere exploitatierisico's.
In verband met het voortgaan van de
geldontwaarding is het nodig - wil
men dezelfde risicodekking in stand
houden - dat de hoogte van de reser
ve meegroeit. Het bedrag van
17.000.000,is uit dat oogpunt
verantwoord. In hoeverre met een ge
ringere reserve zou kunnen worden
volstaan zou nader onder ogen kun
nen worden gezien bij de samenstel
ling van het beleidsplan 1982-1986.