Artikel 6 1Het hoofd van de tak van dienst is ambtshalve lid van de medezeggen schapscommissie 2. Indien het hoofd van de tak van dienst een vergadering van de commissie niet kan bijwonen, wordt hij vervangen door het waarnemend hoofd van de tak van dienst, die voor de duur van de vergadering ambtshalve lid is. 3' Voorde mede zeggenschapscommissie bij een tak van dienst met een meer- hoofdige directie geldt, voor zoveel nodig in afwijking van het in het voorgaande lid bepaalde, dat het hoofd van de tak van dienst bij ver hindering om een vergadering bij te wonen als zodanig wordt vervangen door het directielid dat daartoe door het hoofd van de tak van dienst is aangewezen. 4» Het aantal leden van de commissie —het hoofd van de tak van dienst daaronder niet begrepen- bedraagt: 5 leden bij een dienst met minder dan 51 ambtenaren; 7 leden bij een dienst met 51 t/m 100 ambtenaren; 9 leden bij een dienst met 101 t/m 200 ambtenaren; 11 leden bij een dienst met 201 t/m 400 ambtenaren; 13 leden bij een dienst met 401 t/m 600 ambtenaren; 15 leden bij een dienst met 601 t/m 1000 ambtenaren; 5« Voor de medezeggenschapscommissie voor de brandweer geldt voor zoveel nodig in afwijking van het in de voorgaande leden bepaalde, dat a) als hoofd van de tak van dienst wordt aangemerkt de directeur van de Dienst voor Reiniging en Brandweer; b) naast het hoofd van de tak van dienst ook de commandant van de brand weer ambtshalve lid is; c) het hoofd van de tak van dienst bij verhindering om een vergadering van de commissie bij te wonen als zodanig wordt vervangen door de commandant van de brandweer; d) de commandant van de brandweer bij verhindering om een vergadering van de commissie Dij te wonen wordt vervangen door de ondercomman dant van de brandweer; e) naast het hoofd van de tak van dienst ook de commandant van de brand weer niet wordt begrepen onder het in het derde lid genoemde aantal leden. Artikel 7. 1De organisaties kunnen voor elke medezeggenschapscommissie bij Burge meester en Wethouders een kandidatenlijst indienen met namen van ambte naren als bedoeld in artikel 5» 2. De kandidatenlijst moet bij voorkeur zodanig zijn samengesteld dat zo veel mogelijk onderdelen van de tak van dienst daarop vertegenwoordigd zijn. Artikel 8. 1. Indiening Van de kandidatenlijst vindt plaats uiterlijk zes weken voor de dag van de verkiezing. 2. Burgemeester en Wethouders maken de datum van de verkiezing en de uiter ste datum voor de indiening van de kandidatenlijst drie maanden vóór de dag van de verkiezing schriftelijk aan de organisaties bekend. Gelijktijdig worden deze data aan het personeel bekend gemaakt op de wijze als gebruikelijk voor ambtshalve mededelingen. Artikel 9. Alle ambtenaren zijn stemgerechtigd voor de verkiezing van de leden van de medezeggenschapscommissie bij de tak van dienst waar zij werkzaam zijn. Art kei 10. 1. Een kiescommissie van drie ambtenaren is belast met alle werkzaamheden ter voorbereiding van een verkiezing en fungeert op de dag van de ver kiezing als stembureau. 2. De leden van deze commissie worden aangewezen door de medezeggenschaps commissie Indien nog geen medezeggenschapscommissie bestaat, worden de leden van de kiescommissie aangewezen door het hoofd van de tak van dienst. 3. Aan de kiescommissie wordt door het hoofd van de tak van dienst een ambtelijke secretaris toegevoegd. Deze is geen lid van de commissie. 4. Het hoofd van de tak van dienst deelt de namen van de leden van de kies commissie en van de secretaris terstond aan Burgemeester en Wethouders mede Artikel 11 Op de dag volgende op de in artikel 3, lid 1, bedoelde datum zenden Burge meester en Wethouders een gewaarmerkt afschrift van de kandidatenlijst aan de secretaris van de kiescommissie. Art ..kei 12 De kiescommissie zendt uiterlijk dertig dagen voor de verkiezing een af schrift van de kandidatenlijsten aan elke ambtenaar en legt op een voor het personeel toegankelijke plaats de ontvangen gewaarmerkte afschriften ter inzage Artikel 15. 1Het personeel ontvangt tien dagen voor de dag van de verkiezing een op- roepingskaart van de kiescommissie tot deelneming aan de verkiezing. 2. Burgemeester en Wethouders verstrekken daartoe aan de secretaris van de kiescommissie twintig dagen voor de dag van de verkiezing een opgave met de namen van alle ambtenaren. 3. Gelijktijdig met de in het vorige lid bedoelde opgave stellen Burgemees ter en Wethouders oproepingskaarten beschikbaar. 4. De onroepingskaarten zijn voorzien van een duidelijke steminstructie 5> De afschriften van de door de kiescommissie verzonden oproepingskaar ten worden samen met de in het tweede lid bedoelde opgave op de dag van de verkiezing gebruikt als stemregister. Artikel 14. 1. Op de dag van de verkiezing verschaffen Burgemeester en Wethouders het stembureau gewaarmerkte voorgevouwen stembiljetten. 2. Een stembiljet bevat dezelfde benaming als de kandidaten in dezelfde volgorde als op de kandidatenlijsten. 3. Omtrent de volgorde van plaatsing van de kandidatenlijst beslist het lot. Burgemeester en Wethouders doen de loting verrichten. Artikel 15. 1. Iedere stemgerechtigde die aan de stemming deelneemt, ontvangt op de dag van de stemming ter plaatse waar deze wordt gehouden een stembiljet dat hij na invulling dicht gevouwen op de daartoe aangegeven plaats deponeert 2. Geldig ingevuld is elk stembiljet waarop niet meer stemmen zijn uitge bracht door middel van aankruisen van namen op de daartoe bestemde plaats, dan de commissie leden zal tellen. Burgemeester en Wethouders geven op het stembiljet dit aantal aan. 3. Omtrent de geldigheid van de uitgebrachte stemmen beslist het stem bureau.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 195