-2- a. artikel 10, lid 1, voorzoveel betreft de woorden "opgehoogd tot straatpeil" b. artikel 12, lid 2, voorzoveel betreft het woord "drie", waarvoor in de plaats dient te worden gelezen het woord "twee". II. Een bijdrage a fonds perdu te verlenen gelijk aan het investeringstekort tot maximaal 590.000,-- onder de voorwaarde dat indien binnen 25 jaar de stichting wordt ontbonden of de manege niet meer alszodanig door de stichting wordt gebruikt, deze bijdrage moet worden terugbetaald met dien verstande dat op de terug te betalen som voor elk kalenderjaar dat is verstreken na het tijdstip waarop de bijdrage is betaald, k% in mindering wordt gebracht. III. De gemeente, onder afstanddoening van de voorrechten van uitwinning en schuld splitsing en van alle voorrechten en exceptiën bij de Wet aan borgen toegekend of nog toe te kennen, speciaal ook van voorrechten, welke zij te harer bevrij ding zou kunnen ontlenen aan het bepaalde in de artikelen 14-66, 1385, 1886 en 1887 van het Burgerlijk Wetboek, te stellen tot borg ten behoeve van de Coöp. Rabobank Leeuwarden W.A. te Leeuwarden, tot zekerheid van de nakoming van al de verplichtingen voortvloeiende uit een door de Stichting Leeuwarder Manege te Leeuwarden met genoemde bank te sluiten overeenkomst van geldlening welke overeenkomst zal worden aangegaan ten belope van 500.000,tegen een koers van 100% en verder onder de voorwaarden, welke door de Stichting Leeuwarder Manege met de Coöp. Rabobank Leeuwarden W.A. in de van de overeenkomst van geld lening op te maken akte zullen worden overeengekomen, als onder meer: - dat rente 11% per jaar zal bedragen, halfjaarlijks te voldoen; - dat de looptijd van de lening 25 jaar bedraagt; - dat de aflossing zal plaatsvinden door middel van 25 jaarlijkse termijnen elk groot 20.000,--; - dat extra aflossing gedurende de eerste 10 jaar niet mogelijk is; in het - 11e t/m 15e jaar met een boete van 5% en daarna met 3% boete, een en ander uitsluitend per de aflossingsverschijndagen met inachtneming van drie maanden opzegtermijn. IV. ten aanzien van de te verlenen garantie met de Stichting Leeuwarder Manege het volgende overeen te komen: 1. de gelden verkregen uit de hier bedoelde geldlening worden aangewend voor de bouw en inrichting van een manege in het oostelijk deel van het kinder- boerderijgebied; 2a. de stichting is verplicht de manege voortdurend in goede staat van onder houd te houden, zulks ten genoegen van Burgemeester en Wethouders; 2b. de stichting dient de manege tegen brand te verzekeren en verzekerd te houden, zulks ten genoegen van Burgemeester en Wethouders; 3. aan de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders zijn onderworpen de besluiten van de stichting betreffende: a. het verwerven, bezwaren of vervreemden van onroerende goed; b. het wijzigen van de statuten van de Stichting; c. het bij derden opnemen van kapitaal, anders dan dat, waarvoor op grond van dit besluit garantie wordt verleend; d. het verbouwen, uitbreiden of afbreken van de betreffende manege; e. het geven van een andere bestemming aan de manege; fhet verpachten van de manege of delen daarvan alsmede de hoogte van de pachtsom; g. het vaststellen en wijzigen van de tarieven. 4-. voor de aanvang van elk boekjaar zendt het bestuur de begroting voor het komende boekjaar in ter goedkeuring door Burgemeester en Wethouders; 5. het bestuur zendt binnen drie maanden na afloop van elk boekjaar de balans en exploitatie-rekening in bij Burgemeester en Wethouders; 6. al hetgeen door de gemeente terzake van de verleende garantie mocht worden betaald blijft als schuld op de stichting rusten; over het bedrag dezer schuld wordt, totdat zij is afgelost, jaarlijks op 31 de cember rente op rente bijgeschreven, berekend naar hetzelfde percen tage als geldt voor de geldlening; 7. wijst de verlies- en winstrekening over enig jaar een winstsaldo aan, dan zal de stichting ter voldoening van een schuld als bedoeld onder 6 aan de gemeente betalen een bedrag gelijk aan die schuld, of zo deze hoger is dan het winstsaldo, tot een bedrag van het winstsaldo; 8. de stichting is verplicht de aan de geldlening en aan de garantie overeenkomst verbonden voorwaarden stipt na te komen; 9. de gemeente zal, zolang de in deze overeenkomst bedoelde geldlening niet geheel is afgelost en daarenboven hetzij de gemeente terzake van de verleende garantie een vordering op de stichting heeft als bedoeld in punt 6 van deze overeenkomst en welke vordering niet is verrekend als aangegeven in punt 7 van deze overeenkomst, hetzij de stichting in gebreke blijft één of meerdere van de overige bepalingen van deze overeenkomst na te leven, het recht hebben om alle bezittingen van de stichting ten behoeve waarvan de geldlening is gesloten met de op de bezittingen rustende lasten en verplichtingen en alle schulden van de stichting voorzoveel die ten behoeve van die bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nemen tegen een vergoeding ten bedrage van het voor de verwerving en instandhouding van die bezittingen aangewende deel van het eigen vermogen van de stichting, benevens eventueel een naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders billijke vergoeding voor de liquidatiekosten 10. alle kosten' en renten vallende op het afsluiten van de garantie-overeen komst komen ten laste van de stichting; 11. op verzoek van Burgemeester en Wethouders worden door hen aangewezen ambtenaren in de bestuursvergaderingen van de stichting als waarnemers toegelaten. Indien zodanig verzoek door Burgemeester en Wethouders is gedaan, zendt het bestuur tijdig voor de vergaderingen de convocaties met agenda's en alle overige bijbehorende stukken aan deze waarnemers toe 12. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, zolang de in de garantie overeenkomst bedoelde geldlening niet geheel zal zijn afgelost, zo nodig nadere voorwaarden stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 227