- 15 -
Bepaald materiaal zou b.v. enkele maanden weggezet moeten kunnen
worden, zodat er voor zowel de kinderen als de leiding afwisseling
is,
2.1.4. Financiering.
Sinds 1 januari 1977 wordt het Kinderdagverblijf gesubsidieerd vol
gens de rijksbijdrageregeling Kinderdagverblijven.
Be te ontvangen rijksbijdrage bedraagt 100% van in de door de Minister
van C.R.H. aanvaarde personeelskosten van die funktionarissen, die
belast zijn met de begeleiding van de kinderen.
Bit houdt in dat alle overige kosten van het dagverblijf, zoals huur,
maaltijden, materiaal, kosten van begeleiding en huishoudelijke hulp,
etc. uit andere middelen moeten worden gefinancierd.
Eet belangrijkste deel hiervan komt ten laste van de gemeente Leeuwar
den, die eer. extra subsidie verstrekt in de subsidiabel geachte
kosten.
Het Kinderdagverblijf brengt de ouders een bijdrage in rekening,* welke
gelijk is aan het maximum van de bedragen uit de tabel ouderbijdragen
van de rijksbijdrage-regeling.
Voor een overzicht van de omvang van de ouderbijdragen, de rijksbij
dragen en het gemeentelijk subsidie gedurende de laatste drie jaar
zijn verwezen naar bijlage 3»
- 16 -
2.2. Inventarisatie van voorzieningen voor kinderen.
Onder deze wat wijdse, aan de RBR ontleende, titel treft U een op
somming en een korte omschrijving aan van:
- voorzieningen voor kinderopvang, anders dan een dagverblijf
- voorzieningen op het gebied van bijv. de maatschappelijke dienstver
lening, gezondheidszorg en sociaal-kultureel werk, die hetzij direkt,
hetzij indirekt met kinderopvang te maken hebben.
1Kindercentra.
Elk van deze vermen van kindercentra heeft in meerdere cf mindere
mate a
.s doelstelling de sociale, kreatieve en edukatieve ont—
ouaers
leiding
plooiing en motorische ontwikkeling van het jonge kind te oevor-
deren.
?eute_rs_pe_el_za;i_en_
De "Deuters Deel zaal is een k; i n d e d c 6r.~r aa waar de Icand eren ever nex
meen enkele malen per week enige uren verblijven.
leeftijd in de oeuterspeelzaal varieert de leeftijd van 2—4 jaar;
peuterspeelzalen zijn mees zal ontstaan op initiatief van
ouders, die nauw betrokken blijven bij bestuur, beheer en
uitvoering;
aan iedere speelgroep, waarvan het aantal kinderen afhanke
lijk is van hun gemiddelde leeftijd, zijn twee leidsters ver
bonden, van wie er één vast is; de leiding bestaat meestal
uit beroepskrachten én vrijwilligers;
inrichtings— een peuterspeelzaal is ingericht voor een zo groot mogelijk
voorwaarden
spelaanbod.
Be snelle ontwikkeling van het aantal peuterspeelzalen heeft nauwelijks
invloed gehad op de bezetting van het Kinderdagverblijf.
Immers, de peuterspeelzaal houdt niet primair rekening met bijv. de werk—
behoeften van de ouders: de verblijfstijden zijn zo kort, dat ouders deze
vrijkomende tijd nauwelijks voor andere bezigheden kunnen benutten.