- 2 - van deze leeftijdsgroep. Voor de goede orde zij er op gewezen, dat dit vooral de opvang betreft buiten de schooltijden, waarvoor nu - bij het ontbreken van specifieke voorzieningen - een beroep op het Kinderdag verblijf wordt gedaan. .Wij hebben deze opmerkingen in zoverre in het plan verwerkt, dat er nu van uitgegaan wordt, dat bij nieuwe aanmeldingen er op moet worden gewezen, dat indien het betreffende kind de leeftijd van 6 jaar bereikt geen verder opvang op het Kinderdagverblijf kan worden geboden. Dit impliceert, dat de nu op het dagverblijf aanwezige kinderen van 6-12 jaar, alsmede de nu verblijvende kinderen in de leeftijd tot 6 jaar waarvan plaatsing ook na die leeftijd gewenst wordt geacht, voorshands cp het Kinderdag verblijf zullen mogen blijven. In het programmajaar 1981 zal aktief gewerkt moeten worden aan alternatieve opvangmogelijkheden voor deze kinderen. Een aanzet daartoe is reeds gegeven door de instelling van een werkgroep terzake binnen de Raad voor J eugdaange1egenheaen Afzonderlijke reakties ot? het ulan en programma 1Raad voor Maatschappelijke Dienstverlening De R.M.D. heeft te kennen gegeven in grote lijnen met het rapport in te kunnen stemmen. Als kanttekening wordt daarbij gemaakt, dat het rapport een afweging van een aantal mogelijke toelatingskriteria zou moeten be vatten en dat hierbij ook de bij het Kinderdagverblijf zelf terzake levende wensen zouden mosten worden betrokken. Verder wil men op de hoogte blijven van de resultaten van de commissie uit de RAJA die is belast met het vinden van alternatieve opvangmoge lijkheden van 6-12 jarigen. Commentaar In het rapport op pagina 35 en 36 alsmede in het programma 1981 op pagina 41 is er op gewezen dat in de rijksbijdrageregeling KDV alsmede in de toelichting die daarbij behoort aanzetten voor kriteriaontwikkeling zijn gedaan, door het accent bij de kinderopvang te leggen bij groepen in achterstandssituaties en voorrang te geven aan opvang in de leeftijds categorie 0 tot 6 jaar. In het plan en programma is aansluiting gezocht bij deze eisen op grond van de regeling waarmee het werkverband zich ook op andere gronden heeft kunnen verenigen. Verder is in de beraadslagingen binnen het werkverband het bestuur van het Kinderdagverblijf (dat deel uitmaakte van het werk verband) verzocht zich te beraden over te stellen kriteria voor toelating. Daarop is tot nu toe nog niet gereageerd, zodat de feitelijke kriteria nog geen onderdeel uitmaken van het plan en het opstellen ervan tot een bestanddeel van het programma 1981 is gemaakt. Zodra door de commissie uit de RAJA wordt gerapporteerd inzake kinder opvang buiten de schooltijden zal aan het verzoek van de RMD om informatie kunnen worden voldaan. 2. Raad voor Jeugdaangelegenheden Opgemerkt wordt, dat naar de mening van de raad onvoldoende uit het plan en programma naar voren komt op grond van welke noodzaak de planning van kinderopvang in de gemeente ter hand is genomen. Zo is ook de samenhang tussen de verschillende bestaande vormen van kinderopvang onduidelijk; niets wordt gezegd over het peuterspeelzaal-werk. Het voorliggende plan en programma is duidelijk onder bepaalde tijdsdruk tot stand gebracht om de nodige financiële middelen veilig te stellen en het gevaar is sterk aanwezig dat een in te stellen indicatie-commissie de verdere ontwikkelingen gaat bepalen. - Ook - - 3 - Ook deze raad wijst op het gevaar om 6 - 12 jarigen 'uit te programmeren' zonder dat alternatieven voorhanden zijn. Verder verhoudt de leeftijdsindeling 0-6 jaar zich met het oog op de invoering van de basisschool in 1983 slecht met de leeftijden van 4-12 jaar van de kinderen die de basisschool bezoeken. Het kan met zich mee brengen, dat de betreffende kinderen op 6 jarige leeftijd een andere school moeten gaan bezoeken. De stelling dat het KDV een algemene voorziening is, wordt door de raad weinig teruggevonden in het plan en programma; het gaat veel meer om een bijzondere voorziening, daar in het plan enkel en alleen is uitgegaan van het KDV ter plaatse. Voor het oprichten van een dependance in de wijk Bilgaard worden onvoldoen de motieven aangedragen. Bij voorkeur dient de toegevoegde pedagogische visie van het KDV niet in het plan en programma te worden opgenomen, omdat deze bijlage veel zegt over de werkwijze van het KDV maar weinig heeft uit te staan met een pedagogische visie. Commentaar De noodzaak om te komen tot het onderhavige plan wordt uiteengezet in de inleiding van het plan (pag. 2 e.v.). Voor de opmerking m.b.t. de samenhang met andere voorzieningen, wordt verwezen naar het gestelde onder 'algemeen'. Van een indicatiecommissie is in het onderhavige plan en programma geen sprake; wel zijn wij van mening, dat de noodzaak om te komen tot kriteria ontwikkeling evident is, gezien de bestaande wachtlijsten. Het accent op de hele-dag-opvang van kinderen in de leeftijdsgroep 0-6 jaar is neergelegd in de rijksbijdrageregeling. Gezien de beperkte opname capaciteit achten wij de prioriteit die aan hele-dag-opvang wordt gegeven op zijn plaats. Een wijziging van de rijksbijdrageregeling terzake zou tegemoet kunnen komen aan het verlangen deze leeftijdsgroep parallel te laten lopen met die van de basisschool. Met betrekking tot de algemene voorziening verwijzen wij naar b. Het gegeven van groei naar gedecentraliseerde voorzieningen naast een centrale voorziening voor het KDV berust op een uitspraak van de gemeente raad. De initiatiefgroep Bilgaard heeft zich gemeld om in de betreffende wijk mee te werken aan de totstandkoming van een dependance. In het programmajaar 1981 zullen de plannen daarvoor moeten worden afgerond. In de inhoudsopgave is een betere omschrijving gegeven van de bijlage die is gepresenteerd als de pedagogische visie van het KDV. 3. St. Anthonyschool Het team van de St. Anthonuschool vindt dat in het plan niets concreet gezegd wordt over de afbouw van de groep 6-12 jarigen. Verder wijst men erop, dat de aandacht voor opvang van 0-6 jarigen tot gevolg heeft, dat discontinuïteit ontstaat bij de invoering van de basis school, wat ook zijn effekt heeft op de bezetting van de eigen school. Commentaar: Hiervoor verwijzen wij u naar datgene wat is gesteld onder 'algemeen', en in ons commentaar op reaktie nr. 2. 4. Rooie Vrouwen in de P.v.d.A. Deze organisatie spreekt er zijn teleurstelling over uit, dat in dit plan wel het KDV als voorziening onder de loep wordt genomen, maar dat voor andere voorzieningen (behalve peuterspeelzalen) nog uitgebreid onderzoek gewenst is. Het is niet duidelijk waarom het KDV van vereniging stichting wenst te worden. - Het -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 282