Artikel 23. HcriiUgiftc In erfpacht. 1. Indien Burgemeester en Wethouders schriftelijk aan de erfpachter hebben meegedeeld, dat zij overwegen, heruitgifte van liet desbetreffende perceel grond te bevorderen, is de erfpachter gedurende vier maanden vóór het eindigen van liet erfpaclitsrecht overeenkomstig artikel 22 gehouden de grond en de daarop geslichte opstallen de opstallen ook Inwendig aan gegadigden voor liet erfpaclitsrecht op dal perceel I ia- bezichtiging toegankelijk te stellen op de door Burgemeester en Wethou ders te bepalen dagen en uren. Voor deze bezichtiging mag geen ver goeding worden geëist en mogen geen kosten in rekening worden gebracht. 2. Indien de erfpachter binnen een maand na de in het eerste lid be doelde mededeling met betrekking tot het desbetreffende perceel een aanvraag, als bedoeld in artikel 2, heeft ingediend, leggen Burgemeester en Wethouders deze aanvraag ter beslissing voor aan de Raad. Zij stellen daarbij voor de aanvraag in te willigen, tenzij zij gegronde redenen hebben om tot weigering van de aanvraag te adviseren. 3. Na het indienen van de in het vorige lid bedoelde aanvraag is de erfpachter ontheven van de in het eerste lid omschreven verplichting, totdat hij eventueel van Burgemeester en Wethouders bericht ontvangt, dat zij inwilliging van zijn aanvraag niet zullen bevorderen. 4. Artikel 22 is niet van toepassing; a. zolang de beslissing van de Raad op een aanvraag, als bedoeld in het tweede lid, nog niet ter kennis van de erfpachter is gebracht; b. nadat een aanvraag, als bedoeld in het tweede lid, is ingewilligd. 5. Heruitgifte aan de erfpachter geldt als verlenging van hel erf paclitsrecht. 6. Onder „erfpachter" wordt in dit artikel verstaan: degene, die bij het einde van de erfpaclitslermijn erfpachter is. Artikel 24. Beëindiging van liet erfpaclitsrecht om redenen van algemeen belang of wegens onhewoonbaarverklarlng. 1. Wanneer naar Jiet oordeel van de Gemeenteraad de Gemeente om redenen van algemeen belang de beschikking over de in erfpacht uit gegeven grond of over een deel daax-van dient te verkrijgen, kan bij besluit van de Gemeenteraad hel erfpachtsrecht op die grond of op «lat deel worden beëindigd. 2. Indien de Gemeente de beschikking dient te verkrijgen over een gedeelte van de in erfpacht uitgegeven grond en dat gedeelte bebouwd is of tenminste een derde deel van het gehele desbetreffende perceel grond omvat, besluit de Gemeenteraad, indien de erfpachter het ver langen daartoe schriftelijk aan Burgemeester en Wethouders kenbaar heeft gemaakt, tot beëindiging van het erfpachtsrecht op dat gehele pei - ceel grond. 3. Wanneer een op in erfpacht uitgegeven grond gebouwde woning door het daartoe bevoegde gezag onherroepelijk onbewoonbaar is ver klaard, kan liij besluit van de Gemeenteraad liet erfpaclitsrecht op die grond, voor zover deze geacht moet worden bij die woning te behoren, worden beëindigd. Het tweede lid is hierbij van overeenkomstige toe passing. 4. Indien Burgemeester en Wethouders voornemens zijn aan de Ge meenteraad een voorstel te doen om een besluit, als bedoeld in het eerste of derde lid, te nemen, geven zij van dat voornemen aan de erfpachter kennis hij aangetekend schrijven. Omtrent een zodanig voorstel neemt ile Gemeenteraad geen beslissing vóórdat één maand sedert de kennis geving is verstreken. 5. Indien do Gemeenteraad een besluit neemt, als bedoeld in het eerste of derde lid, stelt hij tevens de dag vast, waarop het erfpachtsrecht ein digt en de grond, ten aanzien waarvan dat recht eindigt, met eventueel do opstallen, ontruimd ter beschikking van de Gemeente moet zijn ge steld, behoudens door derden rechtmatig verkregen gebruiksrechten. Tus sen de dag van het raadsbesluit en de dag, waarop het erfpachtsrecht eindigt, moet een tijdsruimte van tenminste zes maanden liggen. 0. Van een besluit, als bedoeld in het eerste of derde lid, wordt binnen Iwee weken bij aangetekend schrijven kennis gegeven aan de erfpachter. 7. De Gemeente is bevoegd, indien het erfpachtsrecht op een perceel grond of een gedeelte daarvan eindigt overeenkomstig dit artikel, daar van te doen blijken in de openbare registers met verwijzing naar het raadsbesluit en naar de krachtens dit artikel aan do erfpachter gedane kennisgevingen. Artikel 25. Vergoeding In geval van beëindiging van liet erfpaclitsrecht om redenen van algemeen belang of wegens oiibewooiiliaarverklarlng. 1. Indien het erfpaclitsrecht op een perceel grond of een gedeelte daarvan eindigt overeenkomstig artikel 24, bepaalt een door de Kanton rechter te Leeuwarden op verzoek van de meest gerede partij te be noemen commissie van drie deskundigen: a. de door de Gemeente aan de erfpachter te vergoeden waarde van de op dat perceel of het desbetreffende gedeelte daarvan aanwezige op stallen, en h. of de erfpachter door de tussentijdse beëindiging van het erfpachts recht op dat perceel grond of het desbetreffende gedeelte daarvan schade lijdt en, zo ja, liet door de Gemeente aan de erfpachter te. ver goeden bedrag daarvan. 2. Artikel 22, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing. 3. I)e kosten, voortvloeiende uit de taxatiewerkzaamheden van de commissie en/of van de Kantonrechter, komen ten laste van de Gemeente. I. Bij het bepalen van de in hel eerste lid, sub a, bedoelde waarde wordt niet gelet op gebouwen, werken of veranderingen, gemaakt of aangebracht na de dag, volgende op die, waarop de in artikel 24, vierde lid, bedoelde kennisgeving is verzonden. 5. Artikel 22, zesde en achtste lid, is van overeenkomstige toepassing. III. 4 aept 1966 8KDV. 7 10

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 363